GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 41

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

H

T B O E K Het verschil tussen Sherlock Holmes en de historicus tekent zich af. De eerste weet, al zijn de omzwervingen nog zo lang, ieder mysterie wel tot klaarheid te brengen; het laatste stukje dat de puzzel compleet maakt, wordt altijd gevonden. De historicus daarentegen blijft met slecht bij elkaar passende brokken aanwijzingen zitten. Uiteindelijk moet hij de ontoereikendheid van zijn middelen erkennen. Het raadsel blijft bestaan. (KN)

Carlo Ginzburg, 'Extasen, een ontcijfering van de heksensabbat'. Wereldbibliotheek, f 59,50.

Op de plank

Heksensabbat De boeken van de Italiaanse historicus Carlo Ginzburg zijn fascinerend. Hij is niet zozeer een rasverteller, als wel een raspuzzeiaar. Je zou hem een wetenschapsdetective kunnen noemen. Dat vindt hij zelf ook: in een van zijn essays heeft hij het werk van de historicus vergeleken met dat van Sherlock Holmes. Beiden zijn spoorzoekers; ze proberen op basis van minieme, zeer gebrekkige aanwijzingen een verborgen werkelijkheid te reconstrueren. Die werkwijze brengt Ginzburg zelf in de praktijk. Hij is een meester in het leggen van onwaarschijnlijke verbanden en het opstellen van ogenschijnlijk krankzinnige hypothesen. Veel van die hypothesen moeten bij nader inzien weer verworpen worden, maar ondertussen laat Ginzburg de lezer wel meespeculeren. Dat maakt het lezen van zijn boeken tot spannende gebeurtenissen. Als een echte Italiaan heeft Ginzburg een voorliefde voor het onderzoeken van complotten, leder moment, zo voelt de lezer, kan een samenzwering ontmaskerd worden. In zijn laatst vertaalde boek probeert Ginzburg het verschijnsel heksensabbat te ontcijferen. De algemeen geaccepteerde visie is dat die heksensabbats niet bestaan hebben. Natuurlijk, er zijn wel bekentenissen geweest van mensen die beweerden deelgenomen te hebben aan kannibalistische rituelen,

maar die beweringen zijn ongeloofwaardig; de bekentenissen zijn onder foltering afgedwongen door inguisiteurs. Ginzburg neemt met die verklaring evenwel geen genoegen. Hij ziet in de volksverhalen, die naar boven komen onder dwang van de inquisitie, bepaalde terugkerende thema's: de uittreding van de ziel uit het lichaam, de nachtelijke vlucht, het veranderen in een dier. Niet dat hij denkt dat die gebeurtenissen werkelijk hebben plaatsgevonden, maar hij vermoedt dat die ervaringen op een bepaalde manier opgewekt zijn: door verdovende en hallucinogene middelen. Het boek van Ginzburg omvat een grote speurtocht naar de verwantschap tussen sprookjes en mythen in alle tijden en op alle plaatsen. Maar het vermoeden waarmee het onderzoek begon, kan hij uiteindelijk niet bevestigd krijgen. Naar aanleiding van een macaber initiatieritueel dat zogenaamd ieder lid van een heksensekte moest ondergaan, schrijft hij: "Er bestaat slechts een geringe kans dat in deze woorden de vervormde bewerking van een extatische ervaring tot uiting komt, teweeg gebracht door het slikken van hallucinogene middelen. In tegenstelling tot de inwijdelingen in de sekte moeten wij erkennen dat hun riten ons ontgaan. En het is overigens niet zeker, dat ze werkelijk hebben bestaan."

Anne van der Meiden, 'De zwarte kousen kerken; bevindelijk iieroverwogen portret'. Ten l-lave, f 39,50. De uiterst orthodoxe, zich 'bevindelijk' noemende gereformeerden zijn weliswaar weinig talrijk, maar toch redelijk stabiel qua omvang. En vooral voortdurend in het nieuws; is het niet omdat ze zich tegen de polioprik keren, dan is het wel omdat ze vrouwen het lidmaatschap van 'hun' SGP blijven weigeren. Van der Meiden - zelf opgegroeid in de sfeer der bevindelijke fijnen - schetst de contouren van dit zwaarmoedige geloof op onderhoudende, onbevangen, maar respectvolle wijze. Een bijgewerkte, geheel herziene zesde druk van het boek dat in '68 voor het eerst verscheen, en waarvan tussenliggende drukken enige tijd 'Welzalig is het volk' als titel droegen. Lloyd Motz, Jefferson l-lane Weaver, Gescliiedenis van de natuurkunde, I-let Spectrum, f29, 90. Van de wiskundige en sterrenkundige speculaties van de oude Grieken, naar de experimentele natuurkunde in de zeventiende eeuw, tot de quantummechanica in deze eeuw, waarmee afscheid wordt genomen van het determinisme van Newton. Hanswilhelm Haefs, Handboek van nutteloze kennis, BZZTÖH, f24,50. "Onder psychiaters is het aantal zelfmoorden twee maal zo hoog als onder hun patiënten." "Napoleon had last van aambeien." Wie niet genoeg kan krijgen van dit soort weetjes, dient onverwijld naar de boekhandel te snellen.

39

v u MAGAZINE JANUARI 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's