GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 228

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 228

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de verdere ontwikkeling van dit geplande industriegebied. En zo werd de 3600 hectare metende modderpoel tussen Lelystad-Haven en het gemaal Blocq van Kuffeler, onbedoeld en in afwachting van betere tijden, aan de grillen van de natuur overgeleverd.

Natuurbouw De eerste categorie die daarvan het nut ontdekte, werd gevormd door de trek- en standvogels, waaronder soorten die inmiddels ons drukke, dichtbebouwde landje waren gaan mijden, maar die nu weer een gelegenheid zagen om hier in alle rust en veiligheid te foerageren, te broeden en zich over te geven aan alle andere activiteiten die vogels bij voorkeur ongestoord verrichten. Een tweede categorie die daarvan weer de voordelen naar waarde wist te schatten, bestond uit biologen. Dit vrij omvangrijke terrein, meenden de voorstanders van 'natuurbouw', die tot dusver nergens hun theorieën in de praktijk hadden kunnen brengen, was een ideale proefpolder om eens te zien in welke mate de natuur in staat is zich geheel op eigen kracht te herstellen, en wat daarvan op termijn het resultaat is voor flora, fauna en het totale ecosysteem ter plekke. Een nat stuk grond dat kort na de inpoldering tot eldorado voor talloze vogelsoorten wordt, is op zichzelf v u MAGAZINE ) U NI 19 9 1

geen unicum. Meestal begint het met allerhande steltlopers die afkomen op de voedselrijkdom van het slik, waarin het krioelt van de muggelarven, slijkvliegen en kleine kreeftachtigen. Wanneer het jaar daarop het terrein overdekt is met moerasandijvie en, weer wat later, met lisdodde en riet, heeft de steltloper alv/eer de benen genomen om plaats te maken voor eenden en ganzen. Als het gebied groot genoeg is en de poldergasten met hun machinerieën nog wat wegblijven, krijgen de eenden en ganzen gezelschap van bijvoorbeeld reigers en roerdompen, maar ook van kleine fluitisten als de karekiet, de rietgors, en het in WestEuropa zeldzaam geworden baardmannetje. Daarna sluit de kiekedief zich aan bij al dit gevogelte, en maakt de eerste ree zijn entree. Meestal echter komt het niet zover. Voor dit soort oermoerassen die in het verleden - steeds opnieuw verlandend en weer overstroomd rakend - overal aan de mondingen van de grote Europese rivieren te vinden waren, is allang geen ruimte meer. Ze verdwenen stuk voor stuk onder de vlijtige handen van de bedijkende, inpolderende, en ontginnende mens. Niet echter deze Oostvaardersplassen die - als gezegd om economische redenen - oermoeras mochten blijven. In '74 legt Rijkswaterstaat een kade aan rond het moeras. Een jaar later

Moeras, riet en nat grasland vormen vanuit de lucht gezien een schilderachtig mozaïek.

worden een pomp en een stuw geplaatst. Want dat soort tegennatuurlijke maatregelen is in de 'natuurbouw' nu eenmaal nodig om de van nature tijdelijke aard van wetlands door regulering van de waterstand in een blijvende te veranderen. En daarna is het voor de vogeltjestellende veldbiologen voorlopig afwachten. De voorwaarden voor een uniek stukje natuur zijn geschapen, maar voor het welslagen is het gebied geheel afhankelijk van de natuur zelf. Dat wil zeggen: van de planten en dieren die zich er spontaan willen vestigen. De spanning is al snel geweken. Het resultaat overtreft zelfs de allerstoutste verwachting: de Oostvaardersplassen beschikken kort na het ontstaan over een vogelrijkdom die vergelijkbaar is met die van befaamde natuurreservaten als bijvoorbeeld de Camargue en de Coto Dofiana. En inmiddels is dat bestand uitgegroeid tot 250 vogelsoorten. Voor vijfentwintig van die soorten zijn de Oostvaardersplassen van levensbelang. Zonder dit natuurgebied zou soortbehoud voor bijvoorbeeld de lepelaar beslist problematisch zijn geworden. En wat West-Europa betreft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 228

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's