GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 434

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 434

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is nog een andere belangrijke kandidaat voor rehabilitatie: Buikhuisen. Die arme man kreeg in de jaren zeventig de volle laag toen hij de biologische componenten van criminaliteit wilde onderzoeken. Het gerucht ging dat hij de schedels van misdadigers wilde lichten. Dat riep orkanen van protest op. Hugo Brandt Corstius voerde onder het pseudoniem Piet Grijs in Vrij Nederland het verzet aan: "Het verschil tussen Glimmerveen en Buikhuisen is een academische opleiding. Glimmerveen zit in de gevangenis. Buikhuisen wordt hoogleraar. Het Nederlandse fascisme is sinds 1940 niet fatsoenlijk. Als we niet oppassen gaat Buikhuisen het fatsoenlijk maken." De politieke consequenties van de biologische criminologie waren niet acceptabel. Met een fascist argumenteer je niet, die snoer je de mond. Daar kwam de voornaamste kritiek op neer. Als een waarheid onaangename gevolgen heeft, deugt er iets met die waarheid niet; en dan hoef je er ook geen onderzoek naar te doen. Zo redeneerden de ergste vijanden van Buikhuisen. Dat was in ieder geval een helder politiek-wetenschappelijk standpunt. Zo helder dat het - maar dit terzijde onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek nagenoeg onmogelijk maakt. Lusteloosheid

Wat is het nieuwe waardoor politieke en intellectuele rehabilitatie onvermijdelijk lijkt? Hoe luidt de verbeterde diagnose van de geboren misdadiger? Wat zijn de mogelijkheden voor therapie? Dat een misdadiger ziek kan zijn, is in ieder geval niet nieuw. In de rechtspraak is er altijd al een zekere plaats geweest voor psychiatrische overwegingen. Sommige mensen zijn evident gestoord. Tijdens het plegen van hun misdaad waren zij niet of niet helemaal toerekeningsvatbaar. En met een dergelijke diagnose is doorgaans wel rekening gehouden bij het bepalen van de strafmaat. De nieuwe wetenschap heeft echter niet alleen betrekking op een duidelijk identificeerbare groep gestoorden. Het gaat verder. Er bestaat een scherp af te bakenen categorie die een groot gevaar vormt voor de veiligheid: het mannelijk geslacht. Een kwestie van hormonen, vooral het hormoon testosteron kan veel kwaad doen. Hoe hoger de hormoonspiegel, des te erger de misdadige neigingen. Aan het eind van de tienerjaren is bij jonge mannen die hormoonspiegel op zijn top, daarna vindt een geleidelijke afvlakking plaats. Dat correspondeert met de zucht naar avontuur, naar spanning en ook naar misdaad, die jongeren op die leeftijd hebben. Later worden ze geleidelijk bezadigde burgers; een gezin, een baan ~ de hormonen spelen niet meer zo op. Het mannelijk geslacht heeft ook meer behoefte aan prikkels dan het vrouwelijke. Jongens zijn sneller afgeleid, ze vervelen zich eerder, willen steeds weer iets anders doen, hebben krachtige impulsen nodig om hun behoeften te bevredigen. Jongens zijn nogal eens hyperactief, maar niet omdat ze zoveel dingen leuk vinden, juist omdat ze zo weinig leuk vinden. Bijna niets kan hen opwinden, vandaar een rusteloze jacht naar steeds weer nieuwe kicks.

22

WCS OKTOBER

I996

Een aanwijzing voor dat verband tussen prikkelbaarheid en misdaad is een Engels onderzoek waarbij de polsslag van jongeren onderzocht werd. Een lage polsslag duidt erop dat zo iemand niet snel opgewonden raakt. En jawel, het bleek dat geweldplegers een aanzienlijk lagere polsslag hebben dan niet-geweldplegers. Die lage prikkelbaarheid heeft te maken met de hoeveelheid serotonine in het brein. Serotonine is een neurotransmitter, een stof die de verbinding legt tussen de verschillende zenuwcellen. Hoe minder serotonine in het brein, des te krachtiger de gevoelens van lusteloosheid en saaiheid en des te meer er ook voor nodig is die lusteloosheid te verdrijven. Datzelfde hyperactieve gedrag staat in verband met een bekende tekortkoming van het mannelijk geslacht: het onvermogen zich in andere mensen in te leven. Men is zo druk bezig de eigen zucht naar avontuur te bevredigen, dat men het niet erg vindt dat die lustbevrediging ten koste gaat van een ander. En daarmee is gezegd dat het plegen van misdaad geen al te grote barrière vormt. Misdadigers, zo blijkt uit onderzoek, hebben een zeer lage hoeveelheid serotonine in hun brein. Wat ligt er vervolgens meer voor de hand dan die serotoninetekorten aan te vullen? Het is misschien zelfs raadzaam preventieve maatregelen te nemen bij 'risicokinderen' - de misdadigers in spe - hetgeen m Amerika trouwens al niet ongebruikelijk is. Veel boefjes die met vliegtuigjes in de klas gooien en de onderwijzer het bloed onder de nagels vandaan pesten, krijgen daar amfetaminen, een stimulerend middel dat kinderen in staat stelt zich beter te concentreren en de verveeldheid doet afnemen. Dat voorkomt kwajongensstreken en later erger. In het brein kunnen zich ook beschadigingen voordoen. Dankzij geavanceerde technieken, de zogenaamde PEX-scans, is het enigszins mogelijk geworden in het brein van mensen te kijken. Een veel voorkomende hersenbeschadiging is het ontbreken van goede verbindingen tussen bepaalde delen van het brein. Zo is het mogelijk dat het deel waar de emoties zetelen geen verbinding heeft met het deel waar het geweten zich bevindt. Zo iemand is een psychopaat. Hij kan mensen afpersen, of in elkaar slaan, zomaar, omdat hij er zin in heeft. Verstandelijk heeft hij wel weet van goed en kwaad, maar moraal heeft voor hem geen emotionele betekenis. Dat het erg is om een ander pijn te doen dringt niet echt tot hem door. Psychopaten lijken volkomen normaal, zij zijn vaak intelligente, gladde praatjesmakers. Ze weigeren te erkennen dat ze iets fout hebben gedaan. En daarom krijgen ze meestal de zwaarste straffen. Maar niettemin zou het kunnen zijn dat juist die gewetenloosheid duidt op een afwijking. Misschien komt ook de psychopaat niet zozeer in aanmerking voor straf als wel voor behandeling. Tot zover een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen van het biologische onderzoek. Waar zou toch het politiek dubieuze van deze bevindingen in kunnen schuilen? Nergens in, zo op het eerste gezicht. Geen moordzucht, eerder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 434

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's