GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 52

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 52

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Teveel voorspoed in de achterliggende Gouden Eeuw had de bevolking vadsig en lui, de rijke kooplui en patriciërs decadent, en de overheid lal<s en onachtzaam gemaakt, zo luidde, zeer beknopt weergegeven, de analyse van Royaards en zijn talrijke medestanders. Sodomie als wandaad stond daarbij niet op zichzelf, maar was het laatste stadium van een maatschappelijk ontbindingsproces, dat vooraf was gegaan door andere vormen van particuliere onmatigheden, zoals het zich ongeremd overgeven aan kaart- en dobbelspel en, aldus andermaal Royaards, "overdadige gast- en slempmaaltyden". Van Gods straf waren inmiddels al volop voorboden te zien geweest, aldus de onheilsprofeten: "oorlogen, watervloeden, veepest en neringloosheid". En was het in dit verband bovendien niet veelbetekenend dat een deel van de Utrechtse Domtoren, in de schaduw waarvan de eerste arrestanten van 1730 sodomie bedreven, nog maar kort tevoren, tijdens een zware storm was ingestort...?

keling in de loop van de achttiende eeuw laat een groeiende gelijkwaardigheid zien, waarbij partners valeer in het eigen milieu werden gezocht en de puur seksuele rol uitwisselbaar wordt. Volgens Van der Meer valt de conceptie van het 'homoseksuele verlangen' vrij nauwkeurig te dateren in de periode die een ruwe begrenzing vindt tussen de jaartallen 1675 en 1730. Dit homoseksuele verlangen, waarbij de ene man niet alleen omziet naar de andere als een lustobject, maar ook als een potentiële vaste partner en levensgezel, heeft, aldus Van der Meer slechts kunnen ontstaan doordat er, onbedoeld en onbewust, een 'nis' in de samenleving werd gecreëerd, waarin de aanvankelijke sodomiet zich kon ontwikkelen als een mens met specifieke gevoelens, een eigen behoeftepatroon, en een groeiend besef van eigenwaarde. Een aardige vraag in dit verband is uiteraard of dit verhaal ook opgaat voor wat ooit spottend 'het potteus bewustzijn' is genoemd. Geldt, anders gezegd, dit verhaal ook voor het wereldje der lesbiennes? Het antwoord daarop is kort maar krachtig. Het ontbreken van zo'n volledig uitgekristalliseerde lesbische subcultuur in ons land vormt, aldus Van der Meer, nog het beste bewijs voor de juistheid van zijn eigen stelling: juist als gevolg van het feit dat vrouwen nauwelijks, maar in elk geval veel minder, omwille van een gelijkgeslachtelijke seksuele voorkeur publiekelijk zijn vervolgd, hebben zij ook de 'voordelen' van die repressie moeten missen. Hun verlangens en hun zelfbewustzijn hebben bijgevolg ook veel minder kans gekregen zich te ontwikkelen tot een afgebalcend, alomvattend subcultureel geheel.

NlCHTENKW^AB

Zo kon het hardhandig vervolgen en publiekelijk terechtstellen van sodomieten, veel meer worden dan alleen een niet mis te verstane waarschuwing aan het gewone volk. Behalve als afschrikwekkend voorbeeld, dienden openbare executies vooral ook als een reinigingsritueel voor de samenleving als geheel, en een zoenoffer om te pogen aan Gods straf voor land en volk te ontkomen. Want, schreef de theoloog Jacob Campo Weyerman in 1730, "Een rechter die zulk een onnatuurlijk schepsel te vuur en te zwaard vervolgt, verdeedigt den Hemel, handhaaft den Soevereyn en verklaart den oorlog tegens de monsters van het menselyk geslacht. ... De gantsche kristen-weerelt vordert een voorbeeldelyke straffe, tot zoen dier grouwelen". Gezien deze ideologisch getinte intentie en de felheid waarmee de vervolgingen aanvankelijk plaatsvonden, mag het in feite opmerkelijk heten dat er desondanks nooit een echte heksenjacht - laat staan een gay genocide - heeft plaatsgevonden. Om sterk uiteenlopende redenen werd het minder raadzaam geacht, zo'n lücksichtlose jacht te ontketenen, aldus Van der Meer. Financieel en strikt juridisch waren de middelen daartoe te beperkt. Bovendien wilde men een al te grote sociale ontregeling van de samenleving voorkomen. Daarbij werd niet in de laatste plaats ook rekening gehouden met het feit dat nogal wat van de verdachten afkomstig waren uit kringen die veel in de economische en politieke melk te brokkelen hadden.

Het zal duidelijk zijn dat Van der Meer homo-gen noch nichtenkwab nodig denkt te hebben om het ontstaan van het homoseksuele verlangen als een tijdgebonden fenomeen te verklaren. In zijn enthousiasme toont hij zich daardoor hier en daar een wel wat erg fanatieke cultuurdeterminist, en verzet hij zich meteen al in zijn inleiding tegen de gedachte als zou het door hem gedefinieerde homoseksuele verlangen behalve een cultuur-historische, ook een biologische, en dus in principe tijdloze component hebben. Op deze wellicht meer op emoties dan op wetenschappelijk inzicht gebaseerde opvatting, als zou homoseksualiteit louter en alleen maatschappelijke oorzaken hebben, valt zeker gezien de recente ontwikkelingen in het hersenonderzoek nog wel wat af te dingen. Maar eigenlijk doet dit nauwelijks terzalce. De geloofwaardigheid van Van der Meers conclusies valt of staat namelijk niet met al dan niet onomstotelijk bewezen biologische verschillen tussen homo's en hetero's. En ook het omgekeerde geldt: wat Van der Meer daarover zelf ook mag beweren, de bevindingen van een hersenonderzoeker als Dick Swaab of een expert op het gebied van de transseksualiteit als Louis Gooien, worden door Van der Meers fraaie staaltje geschiedschrijving beslist niet van tafel geveegd.

Het is de stellige overtuiging van Theo van der Meer, dat dankzij het breekpunt van 1730 - het verbreken van de officiële stilte rond sodomie en de erop volgende vervolgingen met name - een homoseksueel zelfbewustzijn heeft kunnen ontstaan dat uiteindelijk zou uitgroeien tot een alomvattende homocultuur. Wat sindsdien met name veranderde was de rigide, op basis van status en leeftijd vastgelegde rolverdeling onder sodomieten, waarbij de oudere en meerdere nagenoeg automatische de actieve, en de jongere mindere de passieve rol kreeg toebedeeld. De ontwik-

WETENSCHAP,

CULTUUR

Naar aanleiding van: Theo van der Meer, Sodoms zaad in Nederland het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd, SunMemoria, f. 59,50.

&> SAMENLEVING

50

-[ANUARI/EEBRUARI

I^^6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 52

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's