GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 427

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 427

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

het dan een spinsteentje geweest, de voorloper van het spinnewiel. Zo'n steentje diende als vliegwiel om een houten as waar wol omheen zat in beweging te houden. Je kon er al draaiende een draad vanaf trekken. Schaapherders deden dat onder het lopen, terwijl ze hun kudde volgden. Het zou uit de Nieuwe Steentijd, ook wel het Neolithicum genoemd, kunnen stammen. Toen werden hier al schapen gehouden. De meeste spinsteentjes stammen uit de Ijzertijd, die 800 jaar voor Christus begon. Tegenwoordig zie je ze in Anatolië of Griekenland nog steeds in de handen van schaapherders."

IJzereef Eric Le Gras

In wcs van september is het boek 'De stenen spreken', dat IJzereef samen met Reinoud de Jonge schreef nogal kritisch gerecenseerd. Het boek zou, aldus de recensie, het niveau van 'Waren de goden kosmonauten?' van de Zwitser Von Daniken benaderen. Alleen hebben De Jonge en IJzereef de goden vervangen door zeevarenden uit de Steentijd, die van continent naar continent over de wereld voeren en van die reizen verslag deden door middel van inscripties op megalieten. Bovendien vraagt de recensent zich af of dit nu wetenschap is of louter speculatie.

"Het kan allemaal toeval zijn. Maar er kleven net zo goed een hoop onduidelijkheden aan de gangbare theorieën."

De belangstelling voor de archeologie is groot en groeiende. En dat doet prof.dr Gerard IJzereef groot genoegen. Als hoogleraar, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, combineert hij namelijk de experimentele tak van zijn vakgebied, met aandacht voor de educatieve aspecten ervan. Mensen die denken een voorwerp met een zekere archeologische betekenis te hebben gevonden, willen het gedateerd hebben en weten wat het geweest is. Dat is hun eerste kennismaking met de archeologie. En soms, zegt hij, komt daar een blijvende belangstelling uit voort. Vandaar dat zijn interesse onmiddellijk is gewekt wanneer ik hem vertel hoe ik, als een jongetje van een jaar of zes, zeven een tijdlang rond liep met een rond, plat steentje in mijn broekzak. Keurig in het midden van dat steentje zat een gaatje. Het leek me door mensen gemaakt en gebruikt. Ik heb me altijd afgevraagd wat het geweest kan zijn. "Was het van gebakken klei of van natuursteen en had het een rechte of een afgeronde rand?", vraagt hij. Van natuursteen met een afgeronde rand, meen ik mij te herinneren. "Mogelijk is

"Die kritiek verwondert me niet", zegt IJzereef. Het hele boek valt in de rubriek 'te mooi om waar te zijn'. We begeven ons inderdaad erg ver buiten de gebaande paden. Het gaat over de Megalitische periode, die tussen 5000 en 2000 voor Christus de Nieuwe Steentijd zo ongeveer overlapte. Onze hypothese is, dat er destijds al grote zeilschepen of tenminste stabiele zeewaardige kano's bestonden. Zo'n idee past niet in de gangbare opvattingen van archeologen. Vreemd eigenlijk, want mijn vakgenoten hebben weinig moeite met de opvatting dat er 40.000 jaar geleden mensen, als het ware 'hoppend' van eiland naar eiland, vanuit de Indonesische Archipel naar Australië zijn gevaren. Resten van hun schepen hebben we niet, maar we kunnen hun reis volgen aan de hand van de stenen bijlen en andere artefacten die ze achterlieten op de eilanden die ze aandeden. Van de schepen van de zeevaarders die de megalieten bouwden is ook niets meer over, althans niet voorzover wij weten. Misschien dat er op de zeebodem nog veel te vinden valt. "Onderwater-archeoloog Thijs Maarleveld heeft geschreven dat we alleen door grootschalig onderzoek op het continentale

w c s OKTOBER I996

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 427

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's