GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 232

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 232

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

niet over praten, omdat zoiets veel te pijnlijk en te bedreigend zou zijn. Traditionele vormen van psychotherapie schieten tekort maar onder hypnose is het mogelijk het trauma te herbeleven en onder woorden te brengen. Maar door die manipuleerbaarheid van de gehypnotiseerde emoties hoeft dat niet bedreigend te zijn. Therapeut en patiënt kunnen tijdens de hypnose besluiten welke herinneringen ze wensen 'mee te nemen' uit de hypnose naar het volle bewustzijn; al naar gelang hetgeen de patiënt op een bepaald moment aankan. Als de patiënt er nog in het geheel niet aan toe is om het trauma onder ogen te zien, kan de therapeut de patiënt zelfs opdragen de traumatische belevenissen na beëindiging van de hypnose met behulp van metaforen weer te 'vergeten'. De herinneringen worden in een kluisje gestopt, zo beeldt de gehypnotiseerde zichzelf bijvoorbeeld in; of hij stopt ze in een envelop en doet ze in de brievenbus. Metaforen en fantasieën zijn zmvol cjm een patiënt beetje bij beetje het trauma onder ogen te leren zien. Onder ogen leren zien; daar gaat het soms letterlijk en figuurlijk om. De therapeut kan bijvoorbeeld zeggen dat de traumatische herinneringen beelden zijn op een televisietoestel dat vele kanalen bezit. De traumatische herinnering is een soort horrorfilm die op één bepaald kanaal te zien iS; wanneer die film te emotionerend is, zapt de patiënt door naar een ander kanaal om daar even tot bedaren te komen. Er bestaat verschil tussen fantasie en werkelijkheid, tussen letterlijke en figuurlijke betekenissen van een uitdrukking. Dat weten we. Als we iemand de das omdoen, zijn we met iets anders bezig dan met het vastknopen van een stropdas; en als een persoon tegen windmolens vecht, hoeft hij niet per se in een polderlandschap te staan. Over zulke uitdrukkingen mag geen verwarring zijn, en dat gebeurt bij het volle bewustzijn ook zelden. Onder hypnose kan echter een vruchtbaar gebruik worden gemaakt van de verwarring tussen fantasie en realiteit, tussen letterlijke en figuurlijke betekenissen.

Stroompje Een wat oudere vrouw durfde zich niet met haar kleinkind in een zwembad te begeven. Ze had al vanaf haar jeugd watervrees gehad en wist niet meer precies hoe dat kwam. Onder hypnose

herinnerde zij zich ooit door haar oudere broer met het hoofd onder water te zijn gedrukt waarbij zij het gevoel had te stikken. Onder hypnose stelde zij zich een andere afloop van de gebeurtenissen voor: ze had haar broer met kracht weggeduwd. Op basis van dat gevoel moest zij verder proberen te leven. De therapeut vertelde haar dat zij, naarmate zij ouder werd, steeds beter 'het hoofd boven water' kon houden. De letterlijke en figuurlijke betekenis vallen met elkaar samen. Nadien durfde de vrouw wel met haar kleinkind naar het zwembad. Ze was haar watervrees kwijtgeraakt. Ze kon i m m e r s haar hoofd boven water houden. In de hypnotherapie is de vraag naar wat werkelijkheid is en wat fantasie, ogenschijnlijk oninteressant. Mogelijk dat de onder hypnose opgehaalde, traumatische jeugdherinneringen helenaaal niet of niet helemaal echt zijn. Maar wat zou dat? Therapeuten stellen daar zelden kritische vragen over, en misschien moeten ze dat ook niet doen en is het belangrijk de patiënt vertrouwen en geloof te geven. Moderne theorieën over het geheugen laten echter zien hoe feilbaar herinneringen zijn. Het is allerminst zo dat onder hypnose of met wat voor middel dan ook, een speurtocht in de krochten van het onderbewustzijn kan worden ondernomen, alwaar de traumatische jeugdherinneringen ongeschonden worden aangetroffen. Het ophalen van herinneringen, zeggen geheugenpsychologen, is een actieve bezigheid, een kwestie van kneden en boetseren. Met behulp van enkele gebrekkige gegevens construeren wij het verleden tot een mooi, samenhangend beeld. Of dat beeld overeenstemt met de oorspronkelijke gebeurtenissen, is vaak twijfelachtig. Herinneringen k u n n e n voor onszelf zinvol en geloofwaardig zijn; maar daarom zijn ze nog niet minder een leugen. In therapie is de historische werkelijkheid minder belangrijk dan de emotionele werkelijkheid. Het gevoel van angst en depressie kan maar al te reëel zijn. Het is op zijn minst een subjectief beleefde waarheid. En in de therapie draait het om het tot stand brengen van een zeker emotioneel evenwicht. En als gefantaseerde middelen daarbij kunnen helpen, waarom niet? Toen een man na een zware hartoperatie voortdurend schreeuwend wakker werd met WETENSCHAP,

CULTUUH

&> SAMENLEVING

50

- MEI

iyy6

het gevoel in een diepe put te zijn gevallen, liet de therapeut hem onder hypnose met behulp van een ladder uit de put kruipen. Natuurlijk is dat allemaal verzinsel, maar het werkte. De man had geen last van nachtmerries meer.

Sprookje In veel gevallen is de echtheid van herinneringen en trauma's onwaarschijnlijk, soms zelfs is de onwaarheid evident. Een Amerikaanse therapeut had eens een patiënt in zijn praktijk die ervan overtuigd was door buitenaardse wezens ontvoerd te zijn die allerlei high-tech machines aan zijn penis bevestigden om maar wat van zijn sperma te kunnen opvangen. De man was daardoor zeer in de war geraakt. Hij ging in therapie en werd een paar keer onder hypnose gebracht. Na verloop van tijd voelde hij zich een stuk beter: hij sliep weer regelmatig, zijn arbeidsproduktiviteit ging omhoog en hij was weer in staat om normale sociale contacten te hebben. De therapie bleek dus een succes. Eén ding bleef onveranderd: hij was er niet minder van overtuigd geraakt ontvoerd te zijn geweest. Hij dankte de therapeut dat die hem geholpen had de gaten in zijn geheugen te vullen. Die therapeut bleef in verwarring achter. Wanneer is een therapie een succes? Misschien is het niet zo erg te geloven in een sprookje als dat sprookje maar goed afloopt. Dat lijkt in ieder geval het uitgangspunt van de hypnotherapie te zijn. Ook met angstaanjagende, gefantaseerde gebeurtenissen, zoals de ontvoering door buitenaardse wezens, moet je in het reine komen. Desnoods met behulp van fantasie. Misschien is het inderdaad niet zo slecht te geloven door buitenaardse wezens ontvoerd te zijn geweest, als je maar leert 'er mee om te gaan'. Dat is een oplossing. Maar zulke oplossingen kunnen ook keerzijdes hebben. De gemakkelijkst hypnotiseerbare mensen zijn vaak degenen die nogal goedgelovig zijn, mensen die op een dwangmatige manier gaten in hun geheugen opvullen en bereid zijn om de meest onwaarschijnlijke informatie als echt en waar te accepteren. De psychologie heeft zelfs een naam voor de geestestoestand van zulke mensen: het Grade 5 syndrome-, zo'n vijf tot tien procent van de bevolking heeft het; het is een groep die zeer suggestibel is, en heel snel in een diepe hypnotische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 232

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's