GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 57

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

stuk, maar zijkanten niet). - Een nest of iets dergelijks. - Dat wazige, dat grijze dat buiten het werkelijke lichaam eigenlijk is (lichaam hele midden). - Nest van de rups? - Ja, zeker. - Zit-ie in zijn nest...of...? - Nee, bijvoorbeeld dat ie eier legt of zoiets dergelijks, of tenminste in de zin dat het een soort ontwikkeling is tot nieuw leven, op die manier. _ 7

- Dat ie een afscheiding doet in het nest voor een nieuwe voortzetting van het bestaan zal ik maar zeggen, van dat reptiel. _ 2

- Ja, dat eigengebouwde nest, met vangarmen aan de verschillende steunpunten, dat het niet weggaat. - Vangarmen? - Of dat er op gekleefd is - door de natuur. -Houding rups? - Ja, volgens mij gewoon liggende houding d.w.z. stil, niet bewegend. -Dit? - Ja, wat zal ik zeggen, het doet me denken aan het schuim van het nest, om het zo uit te drukken.

De mensen spreken over zijn 'herkenbare stijl' en daar wil hij nou juist vanaf, van die verzameling persoonlijke eigenaardigheden. Hij verlangt naar het onpersoonlijke juist omdat hij zo verdomd persoonlijk is geworden dat iedereen al vanaf een kilometer afstand roept: kijk, daar heb je hem! Zijn brein stuurt zijn componisten- schilder- of schrijftalent voortdurend langs dezelfde banen. Dat is het moment waarop hij tegen de werking van zijn eigen brein in het geweer komt, roet in eigen eten wil gooien, dat hij het gevoel krijgt ergens een stokje voor te moeten steken al weet hij nog niet precies voor wat. Het ontstaan van een persoonlijke stijl van schilderen, componeren, schrijven is eigenlijk even wonderlijk als het feit dat iedereen een 'eigen' stem heeft. Het talent om dat bepaalde schilderij of gedicht te maken hangt uiteraard samen met wat de kunstenaar in kwestie allemaal ervaren en in zijn hoofd verwerkt heeft, maar hoe die hoogstpersoonlijke ervaringswereld

_ 7

- Ja, dat is een soort substantie, dat is week, van die spuwbeestjes, dat soort schuim bedoel ik. - Substantie van het nest? ~ Lichtig, lichte grijze kleur. _ 2

- Sponsachtig? _ ?

Van boven af gekeken. - Die rups steekt opzij uit zijn nest? - Ja meneer. Iedereen die wel eens een Rorschach-test heeft ondergaan of op zijn rug in een weiland naar voorbijtrekkende wolken heeft gekeken zal bekend zijn met dit verschijnsel: wij kunnen niet anders dan nieuwe vormen scheppen op basis van vertrouwde. Iemand die niets dan vlekken of gewoon wolken zou zien zou iemand zonder enige verbeeldingskracht zijn en waarschijnlijk dus behoorlijk ziek of misschien zelfs wel gevaarlijk gek. Nee, het nieuwe, het onbekende zien voor wat het is, is ons niet gegeven. Ik denk dat alle kunstenaars zich van deze verhouding tussen het bekende en het nieuwe wel op de een of andere manier bewust zijn. Naarmate ze langer bezig zijn zal de hoeveelheid bekende structuren in hun brein groter worden en de kans is niet denkbeeldig dat die bekende structuren zo de overhand krijgen dat de kunstenaar een copie van zijn vroegere zelf wordt: wat hij maakt heeft hij al gemaakt. Hij vervalt in herhalingen. Zijn verbeeldingskracht dreigt hem in de steek te laten. Als hij nog nieuwsgierig genoeg is zal hij op zoek gaan naar strategieƫn om aan zijn kunstverkalking te ontkomen.

omgezet wordt van anoniem materiaal (verf, letters, noten) in een persoonlijk product is een proces dat ik zelf maar moeilijk te begrijpen vind. Als ik hier over het ontstaan van gedichten spreek, komt dat omdat ik dat proces het meest van nabij ken. Natuurlijk zou ik ook over het ontstaan van een roman kunnen spreken, maar gedichten ontstaan op een, op het eerste gezicht, geheimzinniger manier, meer vanuit een schijnbaar 'niets'. Je hebt het idee dat je in het ontstaan van een gedicht het bewustzijn meer in 'Reinkultur' in het vizier kunt krijgen. Ik begon gedichten te schrijven toen ik zo'n jaar of veertien, vijftien was. De Vijftigers waren mijn directe voorbeelden.

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's