GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 37

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

met enig recht. Een goede onderzoeker gaat niet over één nacht ijs. Wetenschappelijk onderzoek is moeizaam en precies werk: een voorbereidingsfase met literatuurstudie en discussies over vraagstelling en proefopzet; het eigenlijke onderzoek dat netjes volgens allerlei regels wordt uitgevoerd en waarvan de resultaten nauwkeurig worden geboekstaafd; een uitwerkingsfase met opnieuw veel lange discussies en ingewikkeld

rekenwerk; en voordat de resultaten dan eindelijk gepubliceerd zijn is er heel wat herzien en herschreven. Onderzoekers leggen zichzelf allerlei beperkingen op: hun experimenten kunnen, als het goed is, zo door anderen worden overgedaan. Ze houden schriftelijk bij wat ze doen, en die aantekeningen zijn, in principe, voor anderen toegankelijk. Ze herhalen hun proeven zo vaak dat de resultaten daarvan niet langer meer aan het toeval kunnen wor-

den toegeschreven. Al hun beweringen zijn traceerbaar, controleerbaar, en daarmee corrigeerbaar. Een goed voorbeeld in dit verband is de wijze waarop nieuwe geneesmiddelen worden onderzocht voordat ze voor gebruik worden vrijgegeven. Daarvoor is in de meeste landen zorgvuldig 'dubbelblind'-onderzoek vereist. Eerst wordt, vaak met dierexperimenten, vastgesteld of het middel in kwestie niet te giftig is. Pas daarna wordt het aan mensen toe-

van de

scepticus gediend. In dat onderzoek met mensen wordt met zorg een groep beoogde patiënten gekozen. De helft krijgt het middel daadwerkelijk, de andere helft krijgt iets anders: een ouder, al toegestaan middel, of een pil die geen enkele (bekende) werkzame stof bevat. Pas als daarna blijkt dat het nieuwe middel betere resultaten en minder nadelige effecten heeft, komt het voor registratie in aanmerking. Bij zulk onderzoek weet noch de patiënt, noch de arts, welk middel er in het uitgereikte buisje zit. Beiden zijn onwetend, vandaar 'dubbelblind'. De zin daarvan is dat allerlei overigens nog slecht begrepen effecten van een behandeling - de patiënt die beter wordt van een suikerklontje omdat ie heilig gelooft dat er een zeer krachtig middel in zit, bijvoorbeeld - uitblijven.

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's