GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 7

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

NtË'RSLAG • De prijs van een schedel 'Dieven roven schedel Oldenzaalse kloosterzuster' kopte het Twentse dagblad Tubantia op 20 november. Het artikel maakt melding van een nogal huiveringwekkende roof bij de opgraving van het vroegere St. Agnesklooster in Oldenzaal. Ondanks dat het skelet van een aldaar begraven kloosterzuster geheel onder het zand lag, is de schedel van de non meegenomen. Karel Wiggert, een van de opgravers, toonde zich bijzonder ontzet, maar hij weet dat er mensen zijn die graag zo'n schedel in bezit willen hebben. Wiggert in Tubantia: "Het is bekend dat bijvoorbeeld medicijnen-studenten en ook kunstenaars graag zo'n schedel op de schoorsteenmantel willen hebben. [...] Een beetje liefhebber heeft er al gauw duizend tot vijftienhonderd gulden voor over". Een handel in oude schedels? Archeologische vindplaatsen worden wel degelijk met regelmaat door 'schatgravers' bezocht, weet Paul van der Heijden, hoofdredacteur van het tijdschrift Westerheem van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN). "Het onderwerp ligt erg gevoelig binnen de archeologische wereld", zegt hij. "Het stelen van bijzondere vondsten gebeurt op grote schaal, dat weten we. Er zijn mensen die leven van het stelen op vindplaatsen. Zo iemand gaat 's nachts met een metaaldetector op pad, en bij het minste of geringste piepje gaat de schop de grond in. Dat is natuurlijk een nachtmerrie voor een archeoloog. Overigens heb ik zelf nooit meegemaakt dat iemand een schedel stal." Hoe zit het nu, meneer Wiggert uit Oldenzaall "Bij de opgraving werd in de wandelgangen gefluisterd dat er toch wel belangstelling is voor schedels en dat er een prijs voor wordt gevraagd. Dat heeft die journalist van Tubantia opgeschreven, en dat nemen we hem best kwalijk. Het kan nooit worden bewezen. Ik hoop dat dit vuurtje snel wordt geblust. Als dit nog een keer

gebeurt moeten we gigantisch aan de emmer gaan rammelen en de lichamen snel opgraven en herbegraven." Er is u dus niets bekend van een handel in dit soort materiaall "Absoluut niets. Als mensen stenen of scherven weghalen dan is dat tot daaraan toe. Maar ze moeten niet aan de lichamen komen, dan word ik heel pissig. Met het stelen van dit hoofd is de grens van het toelaatbare bereikt." Heeft u aangifte gedaan^ "Nee. We willen niet dat mensen nog meer op een idee worden gebracht. Daarom willen we het liever verzwijgen," Alphons Weijerink van Tubantia: "Die meneer Wiggert, een hele aardige man overigens, had in de eerste plaats al niet mogen vertellen van zijn 'meerderen' dat die diefstal heeft plaatsgevonden. Nu wordt hij weer in de tang genomen, vanwege zijn uitspraken over die schedel-

prijzen. Ik kan me voorstellen dat hij de zaak nu afwimpelt, maar hij heeft het wèl zo gezegd, evenals enkele van zijn collega's." (MT)

Het Belgisch gevoel Het is zo vaak opgemerkt: Belgen bestaan met, er is niet zoiets als een nationale Belgische identiteit. Het land is altijd een wat kunstmatige constructie geweest en voortdurend is de dreiging aanwezig dat het land uiteenvalt. Maar, betoogt Waker Weyns in een commentaar in het Vlaamse culturele tijdschrift 'Streven', dat crisisgevoel is juist hetgeen de Belgen samenbindt. Crisismomenten als ten tijde van de aiiaire-Dutroux, het overlijden van Koning Boudewijn, en het betrapt worden van Eddy Merckx op doping, doen gevoelens van eenheid ontstaan. De mythische Belg, stelt Waker Weyns, herkent zich in de mislukking: een grondwet die om de tien jaar moet worden herzien, een recht dat geen recht spreekt. De oerervaring van de mythische Belg is dat hij meedraait in een mislukking, maar ook dat hij de mislukking doorstaat. Wanneer er weer iets helemaal de soep indraait, realiseert de Belg zich: zo ben ik. Dat maakt zijn

nationale identiteit uit. Vaak heeft een nationale identiteit een agressief karakter, volken zijn op grond van zichzelf toegedichte eigenschappen geneigd zichzelf superieur te achten. Maar de Belg niet. Die voelt zich minderwaardig, en ontleent daar zijn trots aan. Met als prettige bijkomstigheid dat de Belg vreedzaam is ingesteld; niet uit principe, want een pacifist is ook een soort held, en dat is de Belg nu eenmaal niet; maar omdat men weet dat een Belg die ten strijde trekt, een modderfiguur slaat. Zo iemand slaat al snel op de vlucht of weet het slagveld niet te vinden. Belgen bestaan dus, tot de allerlaatste en diepste crisis van de natie zal uitbreken: als de staat België wordt opgeheven. Walter Weyns: "Dan zal nog eenmaal, voor het laatst en misschien heviger dan ooit, het Belgisch gevoel worden ervaren." (KN|

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's