GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 17

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

alliance, een nieuw verbond tussen object en subject, zoals Prigogine bepleit? Accoord. Maar een volledig samenvloeien van die twee lijkt me niet aan te bevelen. Je moet begrippen niet zodanig oprekken, dat ze elkaar gaan overlappen. Prigogine hanteert het begrip 'poëzie' zó ruim, dat het er van de weeromstuit bijna nietszeggend door wordt. Je kunt dan net zo goed volhouden dat alles wat de mens doet een poëtische dimensie krijgt op grond van het feit dat daarin sprake zou zijn van creativiteit. Ik zou begrippen als 'kunst' en 'poëzie' graag willen reserveren voor bezigheden die specifieker omschreven zijn. Het onderscheid valt anders weg. En ik vind het heel vervelend als er zo met concepten wordt omgegaan." Radicaal of niet, voor de alleen op zijn verstand vertrouwende, orthodoxe wetenschapper vormen wat we dan maar 'de nieuwe onzekerheden' zullen noemen, wel degelijk een grote schok. "Dat hangt er van af. Een begrip als 'objectiviteit' zal inderdaad herijkt moeten worden; het betekent niet langer dat een waarneming volledig los staat van iedere inmenging van de zijde van de waarnemer - dat is het oude, achterhaalde ideaal - maar het zal nu geïnterpreteerd gaan worden als bijvoorbeeld het streven naar een zoveel mogelijk onbevooroordeelde waarneming, vanuit het besef dat er altijd sprake zal zijn van enige inmenging. Daardoor verandert niet zozeer de praktijk van het onderzoek, als wel de manier waarop tegen de resultaten wordt aangekeken."

"}e kunt wetenschap interpreteren als een geweldig machtsinstrument, dat in wezen heel dogmatisch en conservatief is."

Zelfs dat zal de wetenschapper die ik op het oog heb, en voor wie de Ratio religie is geworden, nog een gruwel zijn. Die ziet in Prigogine's metaforfose misschien alleen maar een aanmoediging voor vage krachten a la Rupert Sheldrake, de biochemicus en celbioloog die de gevestigde wetenschap te lijf wil met bijvoorbeeld de stelling dat huisdieren over bovennatuurlijke vermogens beschikken. "Figuren als Sheldrake bezie ik met grote verwarring. En met grote interesse. Ik zal me onthouden van ieder oordeel, maar ik vind het wel heel prikkelend wat zo iemand suggereert, al wordt dat binnen de bestaande wetenschappelijke kaders als vloeken in de kerk beschouwd. Maar dat zo iemand daar verdacht is, wil nog niet zeggen dat zijn ideeën per se onjuist zijn." Wat verbazing wekt is de agressie waarmee vanuit de wetenschap op zulke figuren wordt gereageerd. De hoofdredacteur van een Brits wetenschappelijk tijdschrift heeft zelfs voorgesteld Sheldrake's boeken publiekelijk te verbranden. Waarom gaat zo iemand echte en vermeende ketterijen niet gewoon met argumenten te lijfl "Dat komt doordat een figuur als Sheldrake zélf uit dat patroon

van wetenschappelijk redeneren en argumenteren is gestapt. Hij komt aandragen met verschijnselen die fysisch gesproken ongrijpbaar zijn. Dat brengt traditionele wetenschappers tot razernij; juist doordat je het tegendeel niet met strikt wetenschappelijke argumenten kunt bewijzen. "Overigens is agressie niet de enige vorm van reageren; hooghartig doodzwijgen van dit soort dissidente denkers komt misschien nog wel vaker voor. Zelf zou ik zo ver niet willen gaan, maar je kunt wetenschap interpreteren als een geweldig machtsinstrument, dat in wezen heel dogmatisch en conservatief is, en haar eigen belangen zal verdedigen met alle middelen die haar ten dienste staan." Wetenschap wordt op die manier haast het evenbeeld van religie: beide zijn pogingen om, desnoods via dogma's, de ons omringende werkelijkheid zekerheden af te dwingen. "Friedrich Nietzsche zei al: een verlangen naar waarheid is eigenlijk verlangen naar iets goddelijks, iets eeuwigs, onveranderlijks, houvast. Je hoort in discussies over de tegenstelling tussen geloof en wetenschap vaak zeggen: ja, maar de wetenschap vertrekt toch ook vanuit een aantal onbewezen vooronderstellingen, dus is wetenschap eigenlijk ook een soort geloof. Dat gaat me dan weer te ver; dan ga je, net als Prigogine met zijn poëziebegrip, concepten door elkaar mengen en houd je een troebele massa over. Ik houd daar niet van. Voor je het weet beweer je dat alles wat de mens denkt en doet een vorm van religie is, en moet je weer nieuwe concepten gaan bedenken om het een van het ander te kunnnen onderscheiden."

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's