GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 97

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 97

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

poëzie van Guido Gezelle ons óók iets over die werkelijkheid te zeggen heeft. Of de wereld zoals een Nescio die beschrijft, dat is toch de menselijke basiservaring?" Zoals er, blijkens de titel van uw vorige boek, een God van Pascal èn een God van de filosofen bestaat, zo bestaat er naast de natuur van de fysici dus ook een natuur van Nescio, En de natuurfilosofie zou die twee met elkaar kunnen verbinden. "Dat vak bestaat helaas niet meer aan de universiteiten. Ik heb de afschaffing ervan nog meegemaakt. Toen ik zo'n dertig jaar geleden aan de Universiteit van Amsterdam kwam, was er nog een hoogleraarszetel natuurfilosofie vacant. De kandidaat die daarvoor in aanmerking kwam eiste dat de naam zou veranderen in 'filosofie van de natuurwetenschappen'. Dat is natuurlijk heel iets anders. Maar toch heeft de commissie toen toegegeven aan die eis. Natuurfilosofie, dat is Goethe, of Schellingvoorwetenschappelijke fantasieën, vond men. Maar nu valt er filosofisch dus alleen nog maar over de methoden van de natuurwetenschappen te discussiëren, en niet langer over de natuur zelf. Dat vind ik een manco. De natuur valt niet samen met het object van de natuurwetenschap. En het aardige is dat een vermaard fysicus als H.B.G. Casimir dat met me eens is. De fysica, zei hij ooit, levert slechts een beperkte beschrijving van het fysische deel van de werkelijkheid. Het lijkt me een relativering die nog steeds grote nadruk verdient." Hoe verhoudt zich die beperkte natuurwetenschappelijke beschrijving van de werkelijkheid tot die van een Nesciol "Het is niet óf het een óf het ander. Het zijn eerder complementaire zienswijzen. Maar ik denk dat de leefwereld die Nescio ons schildert de basis is. Iemand die daar ook van uitging was de Duitse filosoof Edmund Husserl, grondlegger van de fenomenologie. Hij schreef dat voor ons mensen niet de aarde beweegt, maar de zon; die komt immers voor onze ogen op en gaat weer onder. Fysici hebben hem er hierom wel van beschuldigd dat hij terug wilde naar de tijd van vóór Copernicus. Dat was absoluut niet zo. Husserl was notabene een wiskundige van origine. Hij wilde alleen maar illustreren dat het heel zinvol kan zijn om soms net te doen alsof je niets weet; zet alle natuurwetenschappelijke theorieën nu eens tussen haakjes en beschrijf dan de natuurlijke werkelijkheid zoals je die als mens beleeft. Ik zie dat blauw aan de hemel; dat blauw zit niet in mijn hoofd. Fysici kunnen me nog meer vertellen - ik hoor die zangeres zingen op het toneel; zij zit niet in mijn oor. Deze benadering, die overigens door toedoen van natuurwetenschappers is ontstaan, is de 'fenomenologie' gaan heten." Zou het helpen wanneer de traditionele natuurfilosofie weer in ere werd hersteldl "Zeker. Dat gebeurt ook wel. Alleen niet in academische kring." In uw essaybundel verdedigt u de stelling dat de menselijke grandeur besloten ligt in het besef van eigen nietigheid tegenover de onberekenbare, vernietigende kracht van de natuur. Tegelijkertijd bepleit u dat de mens weer liefde voor de natuur

moet worden bijgebracht. Zijn dat geen strijdige standpunten! "Niet noodzakelijk. Liefde voor de natuur is een eerste vereiste. Maar om die te bewerkstelligen moet je niet met irreële argumenten komen. Respect voor de natuur ontstaat door te wijzen op de lotsverbondenheid van mens en natuur. We zijn er zelf uit voortgekomen. Het is een kwestie van kiezen: het kwetsbare in de natuur moet beschermd - we zijn tenslotte zelf ook kwetsbaar. Ik vind het echter onzin om volledig door te slaan en alle ongerepte natuur, inclusief de kosmos, te gaan verafgoden. "Dichter en publicist Willem van Toorn heeft nogal gefulmineerd tegen het zogeheten creëren van natuur; het onder water laten lopen van polders en dan de natuur als vanouds weer haar gang laten gaan. Ontpolderen, schreef hij, is ook 'onthoeren'. Men suggereert dat wat de boeren in de loop der eeuwen aan cultuurlandschap geschapen hebben, niet mooi zou zijn. Ik ben het met Van Toorn eens: het is wèl mooi. Niet mooi is wat de ruilverkaveling daar weer van gemaakt heeft."

"Dat de mens vroeger in harmonie met de natuur geleefd zou hebben, is een valse, geromantiseerde gedachte."

We dreigen, schrijft u, van het antropocentrisme, waarbij de mens zichzelf als opperheerser van de natuur beschouwde, terecht te komen bij het kosmocentrisme, waarin de mens zichzelf juist volledig tracht weg te cijferen ten gunste van de natuur. Komen we van de regen in de drupl "Toen de boeren de baas waren, mochten we er in ieder geval nog doorheen fietsen. In die nieuwe natuur, zoals die van de Oostvaardersplassen, is de mens niet eens meer welkom. Maar, serieus, tussen antropocentrisme en kosmocentrisme die me beide te radicaal zijn, loopt een derde weg: die van de verbondenheid met de natuur. Om dat te illustreren heb ik in mijn bundel de poëzie van Guido Gezelle gebruikt. "Gezelle was een buitengewoon conservatieve man, een reactionaire pater, zoals blijkt uit de biografie die Michel van der Plas van hem schreef. Maar zijn natuurbeleving breekt door die strikte ideologie heen. Hij kon met frisse ogen naar de natuur kijken. In twee gedichten heeft hij bijvoorbeeld stelling genomen tegen het omhakken van bomen. Je ziet dat hij niet ongedifferentieerd alle natuur verheerlijkt en vergoddelijkt. Hij kiest, neemt het op voor het kwetsbare, vóór het bijtje en tégen de spin in wier web het verstrikt raakt. Ik denk dat daar de mogelijkheid van een derde weg ligt, tussen de absolute beheersing aan de ene, en de 'natuur-is-God-gedachte' van een Roel van Duijn aan de andere kant. Respectvol omgaan met de natuur is een. Maar we hoeven ons ook weer niet te generen voor ons menszijn. "Het heelal is voor ons totaal onleefbaar, de zon is een aaneenschakeling van kernfusies, alleen op aarde heeft de evolutie voor ons een plekje gecreëerd waar wij kunnen leven. Op zich-

wcs

MAART/APRIL

1997

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 97

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's