De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 28
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
28 zelven ten slotten optreden
Wat
hun eigen
van
veroordeelaars
als
Rothe?
beweert
toch
theorie.
dat de Profeten en Apostelen geen
Dit,
„irrthamslose" kennis der waarheid konden bezitten, overmits ze ethisch
onvolkomen waren
amici)
teneatis
(risura
maar desniettemin
;
Rothe en
hij,
durft
hij
in
der wahrheit" geraken kunnen
*^).
houden, dat
ethische vrienden, (die ethisch
zijn
dan toch nog wel onder de Apostelen staan zullen)
met deze gebrekkige stukken
staande
zelf
daarom zeer wel,
handen, tot een „irthunisfreie kenntnis
Aan
de theorie, die er toe noopte,
om
de onfeilbaarheid der Apostelen prijs te geven, keert Rothe dus met een
hem zelf en zijn geestverDan toch wordt met thelematische onvolkomenheid noëtijuistheid weer zeer wel bestaanbaar geacht, en herneemt het
„travestissement a vue", den rug toe, zoodra het
wanten sche
geldt.
gewone spraakgebruik der minder „unbewusste" geleerden weer
lieden ook
de ethische
bij
oorspronkelijk recht.
zijn
Hoezeer we het dus ook in de ethische godgeleerden waardeeren, dat ze
met bei hun handen inworstelen tegen de onweerstaanbare van het beginsel,
hun geloof naar stuk
hartader
steekt,
mag hun
toch
stelsel,
wat
onklare vermenging van philosophische theorieën met gnostieke
aspiratiën, gedekt door den inhoud van een geloofsbewustzijn, dat bij
thuis hoort en niet
bij
ons
*^);
Rome
en moet alzoo worden aangeklaagd van door
driedubbel motief te leiden tot volstrekte vernietiging van de inspiratie
dit
der
Heilige
Schrift.
„Sit ut sit aut der te
dit
der theopneustie aangaat, niet zachter gekarakteriseed worden, dan
een
als
den
drijfkracht
den boezem door hen gekoesterd,
dat, als een slang in
uit,
Van
non
die Schrift-inspiratie heeft
sit,""*")
dat elke poging
Rothe
zelf
gezegd
en de moderne Lipsius sprak het nog klaar-
om met prijsgeving van
het oude
dogma
de inspiratie
En corpusvirorum obscuro-
redden, op niets dan zelfbedrog of op misleiding van anderen uitliep
daarom, hoe
men
rum indeele, lijk
:
ons deswege dan ook
bij
het
'*^).
en het kerkelijk dogma door de „automaten-parodie"'*^) belache-
zoeke te maken, wij blijven onvervaard, wij blijven onverbiddelijk aan de
oude onverzwakte Theopneustie vasthouden; in onzen historischen eenvoud, of wilt ge in
onze
schoolsche
achterlijkheid,
ja
waarlijk
nog geloovend,
dat een ambassadeur, ook al bleef hij ethisch onvolkomen, zeer wel zonder
feil
Maar
kan overbrengen wat hem
schuilt
dan,
zijn
souverein inspireert
hoor ik u tegenwerpen, in de hedendaagsche
zoo
Schriftstudie voor u metterdaad niets, niets wezenlijks
dan
het
struikelen
haarkloverij ?
stroom
van
over
Hoordet hoogst
^).
? Is
ze
u dan
niets
stroospieren en het zich vermeien in critische
ook
ernstige
gij
dan
niet
bedenkingen,
van den steeds aanwassenden die
tegen de oud-kerkelijke
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
![De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 28](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-hedendaagsche-schriftcritiek-in-haar-bedenkelijke-strekking-voor-des-levenden-gods/1881/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's