De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 20
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
20 i
met
wat ze reeds wisten, met geheel het resultaat van hun voorafgaande
al
vorming, tot met hun omgeving en actestukken, en beweer, dat de Heilige Geest dezen geheelen persoon, met
en
in
hem
door
schrijven
maar cok daarnevens,
;
wat
al
herinneren,
te
hem
tot
om
hoorde, gebruikt heeft
te schiften, te louteren,
te
denken, te
dat de Heilige Geest, zonder tusschenkomst
van motorische of sensorische zenuwen, en dus ook zonder de
buig-ine'
van
spraakspieren, of de trilling van den luchtgolf wel terdege nieuwe bewuste
heldere gedachten aan hen meedeelde. Ontkennen, dat sprak, doe ik daarmee geenszins
Maar
stellig plaats.
merking,
ingeving
was
dat
de inspiratie
bij
God ook hoorbaar
op Sinaï en op den Thabor greep
,
centrum van de persoonlijkheid der
der Schrift komt
door
dit zeer
dit niet in
aan
indringing van den Geest in het
schrijvers,
en een absoluut onderwerpen
van wat aan en in hen was aan de souvereiniteit van den Heiligen Geest.
De
om
rationalistische uitvlucht
den,
woorden,
hedendaagsche
het
evenals
is
hiermee
vanzelf
tegen
protest
De
geoordeeld.
én als geheel én in zijne deelen.
„Woord Gods"
„Schrift" en
de
Schrift
Synthetisch,
te schei-
der
inspiratie
Gods Woord
is
omdat het bestek
voor en de inhoud van de Heilige Schrift in haar organische samenvat-
God
ting
auteur heeft en der gemeente geschonken
tot
duwing van de vleeschwording des
Woords.
Maar
is
Gods
Woord analytisch
dezer
deelen een nieuwe gedachte Gods onder goddelijken
menschen ja,
en
van een
d.
van
i.
inspiriatie die al
elk
tot ons
het
woord
des
wat de godde-
met de onzeker-
onfeilbaar credentiaal van
Heiligen
Geestes,
wordt
dogmatici in Duitschland geven het denkbeeld
jongste
aangaan, dan ook
vorm
is
de gedachten der
als
dorsten, ons hier niet
maar onder het
menschelijke,
De
omdat
van Satan, voor zoover de Schrift ze ons boek-
God Almachtig bestaan
goddelijke,
voorgelegd.
die
zelfs
van het
het
in elk zijner deelen; niet
elk lied en elk verhaal des Bijbels, zelfs van
loozen tegen
heid
i.
maar omdat zoowel de eigen gedachten Gods,
brengt,
staaft,
d.
als afscha-
óók, de Schrift
gedachten, maarniet
wel de
meer
op.
woorden
de
zou
Reeds Rothe getuigde: „TJeberhaupt sind
worte und gedanke unzertrennbar." „Es giebt keine gedanke ohne worte sie
können nicht anders
concipirt
langer.
noemde,
in
und festgehalten werden"
den ^^).
worten und
om
voo
r
een inspiratie der „gedachten", maar
Wie
dat doet
mittelst
is
i''),
t e
gelijk
g
e
Rothe het
n de inspiratie
geen denker, laat staan een psycho-
Neen, zoo dikwijls de Heilige Geest in een menschelijke persoonlijkheid
indrong,
om hem
als
instrument voor het opstellen van een rolle der Schrift te
bezigen, kon Hij zijn doel niet bereiken, tenzij óf de reeds in
dene
;
der worte
Zelfs ^^modernen ontkennen dit niet
Het was dan ook puure „gedankenlosigkeit"
der „woorden" te ijveren. loog.
als
óf de nieuwe
hem
hem
voorhan-
ingegevene gedachten, eerst indrongen in
zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's