Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 39
;
t)E
BRON VAN ICERKELIJK GEZAG.
t^
wien voor de kerk de bron van het Souverein gezag ontspringt?
§ 8.
Bij
Deze
afzonderlijke organisatie der kerk onderstelt, dat er in haar en
over haar
een gezag. Hoe toch zou
zij
er een inrichting, instituut zonder dat er in haar sfeer macht bestond, geven, en de plicht, om aan dat gebod gehoorzaam
of ver-adering denkbaar
om
gebod
het
te zijn.
Een
te
zijn,
inrichting welke ook, zonder oorspronkelijk of verleend of
opgedragen gezag ware een muur zonder cement gelijk, een bintlaag in den muur gelegd zonder ankers. Zulk een gezag bestond dan ook in de
M
voorbereidende kerk eerst in o z e s' stedehouderschap van Jehova, in de R c h té r e n, en daarna in Israëls Koningschap. Davids huis van Godswege bekleed met goddelijke autoriteit. Maar ook, :
toen
i
die autoriteit
was
voor een
niets slechts
tijd,
maar duurzaam, op Da-
vids koninklijke dynastie gelegd: „'k
Zoo
Heb
eens gezworen
hij
mijn eigen heiligheid:
David lieg', zoo hem mijn woord misleid' Zijn zaad zal eeuwig zijn, zijn troon zal heerlijk pralen, Zoo duurzaam als de zon, zoo glansrijk als haar stralen." ik aan
Beide moet dus waar zijn, én dat Israëls koningschap wegviel, én dat Davids troon eeuwig staat. Een schijnbare tegenstrijdigheid, daarin haar oplossing vindend, dat Davids huis eerst koningen voortbracht waren Koning slechts afschaduwden, en daarna uit zich voortbracht dien waren Koning, die geroepen is, om Koning der koningen die den
te zijn
en eeuwig Koning
te blijven.
Rome's pogingen om ook
opzichte de Mozaïsche en Israëlitische toestanden
schap na eere.
De
te bootsen,
Christus
Koning over § 9.
loopen dus
Gods en
zijn
hij
kerk
uit
in
te dien
haar stedehouder-
op aanranding van onzes Konings Davids zoon. Heer en
alleen, zit als
in
eeuwigheid.
Hoe Jezus Koning over
zijn
kerk wierd.
Dit koninklijk gezag bezit de Christus niet uit zichzelf, het is hem verleend door den Vader als loon op zijn zelfvernedering tot in den dood. „Daarom, omdat hij gehoorzaam geworden is tot in den dood,
dood des kruises, daarom, zegt de apostel Paulus, heeft God hem ook uitermate zeer verhoogd, en heeft hem gegeven een naam boven allen naam die genaamd wordt in hemel of op aarde, opdat voor
ja den
hem
zich alle knie zou buigen en alle tong zou belijden, dat Jezus is de Christus tot heerlijkheid Gods des Vaders." „Mij is gegeven
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's