Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 171
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE ORGANISATIE.
Dan
14^
zou de brcuke reeds verder dan de organisatie der kerk gaan, reeds het kerkverband zelf raken, en dus
echter
plaatselijke
onder deze paragraaf niet meer thuis hooren. Wel echter hoort hier nog de vraag thuis, in hoeverre, *ook waar men ons tot geen ongehoorzaamheid dwingt, noch ons in den weg van gehoorzaamheid belemmert, nochtans de medeschuld aan anderer ongehoorzaamheid breuke wettigen kan. En hier zouden we, uit vreeze voor overspanning en overmoed, ten
dringendste willen
manen
dubbele voorzichtigheid. Ze zijn zoo weinigen, ook onder de teedere kinderen Gods, die deze medeverantwoordelijkheid zoo diep voelen, dat ze er als schuld meê voor den genadetroon gaan. En immers, ware dit schuldbesef niet aanwezig is, ontbreekt de eerste voorwaarde die tot breuke tot
wettigt.
Is het
daarentegen dat de Heilige Geest ook daar de ziele inleidt, ge niet maar met woorden tegen anderer ongehoorzaamheid
zoodat
schermt, maar in de gemeenschap van het lichaam van Christus uw medeschuld daaraan u op het harte voelt wegen, zóó voelt wegen, dat ge het bloed van Christus er over inroept, o, gewisselijk,
dan
hebt ge recht en plicht beide, volle recht en onafwijsbare plicht'zelfs, om den band met zulk een organisatie te verbreken, doordien ge wel niet uit uw kerk treedt, noch uw kerk als kerk veroordeelt, en haar dus veel min als valsche kerk op de kaak stelt, maar doordien ge, als stil en ernstig getuige tegen haar, alle gemeenschap met haar kerkeraad afbreekt.
Deze
plicht
ontvangen
Woord
bij
komt
Heeren
des
het eerst en het eenvoudigst
huisbezoek
van
leeraars
ongehoorzaam
zijn.
uit, door het niet ouderlingen die aan het Maar moet, wel verre van
of
daarbij te blijven staan, voortschrijden tot een scheidend protest aan den kerkeraad, daar deze het kwaad niet lijdelijk mag dulden. ,
Zoo kan
leden
reeds de enkele aanwezigheid van ongeloovige kerkeraadszijn voor geloovigen, om afzonderlijk te vergaderen.
oorzaak
Iets,
waaruit voortvloeit, dat ook de kerkeraad als zoodanig hier tot
een
breuke
van Godswege kan geroepen worden. Immers een gehoorzaamheid aan Gods Woord wil betrachten, zal rusten mogen eer de ongeloovige leden uit haar midden ver-
kerkeraad,
met
die
wijderd
zijn
bonden
is;
het stemrecht der gemeente weer aan de belijdenis gede dienst van ongeloovige leeraars is gestuit. Een van den kerkeraad die hierin getrouw wenscht te zijn,
voorzitter
zou
zulke
;
en
niet-geloovige
kerkeraad oproepen overslaan
;
;
bij
leden het
niet
oplezen
de vergaderingen van den van de naamlijst hun namen
tot
en weigeren hun het woord te 5^ geven. 10
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's