Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 213
DE REFORMATIE EN DE OVERHEID. neer, dat,
derij
En
baat geen ander
middel,
187
het uitroeien van afgo-
door vuur en zwaard moet gaan.
nu komen wij uit volle overtuiging op; de gevolgen van onze overtuiging te dragen ook al is het dat men ons deswege, als ongereformeerd wil op de kaak stellen. Liever gaan we voor niet-gereformeerd door en blijven volhouden, tegen deze
belijdenis
bereid
dat
;
men ketters
men
niet moet ter
ons den gereformeerden
ketterbloed Het
is
onze
te
naam
dood brengen,
late tot
den
prijs
van
dan dat
meé het
helpen vergieten.
overtuiging
:
fo.
dat de voorbeelden, die onder het
Oude Verbond desaangaande voorkomen, daarom voor ons van geen kracht zijn, overmits de toen aanwezige onfeilbare aanwijzing van wat kettersch of niet kettersch was, thans ontbreekt. 20. dat de Heere en de Apostelen nergens de hulp der Overheid inroepen om met den zwaarde te slaan, wie afweek van de waarheid. Zelfs
bij
zoo gruwelijke ketters
delden, meldt Paulus hiervan niets.
als
in
Corinthe de gemeente bezoe-
En met geen woord
is uit
het
Nieuwe
Testament op te maken, dat in de dagen, waarin de bijzondere openbaring zou wegvallen, uitroeiing der ketterij met den zwaarde plicht der overheid zou zijn. 3'^. dat onze vaderen deze monstrueuse stelling niet uit hun beginsel hebben afgeleid, maar uit den Roomschen praktijk overgenomen 4*^. dat de aanvaarding en uitvoering van dit beginsel bijna altoos op het hoofd der niet-ketters is neergekomen, en niet de waarheid, maar de ketterij in eere heeft gehouden. 5*'. dat deze stelling tegen den geest en het Christelijk geloof ;
ingaat.
En
6".
dat deze stelling onderstelt dat de overheid in staat
onderscheid tusschen waarheid en
ketterij
te
zij
het
beoordeelen, een amb-
genade die haar, blijkens de geschiedenis van 18 eeuwen, door den Heiligen Geest niet verleend, maar onthouden is. We verhelen dus in het minst niet, dat we ten opzichte van dit punt het met Calvijn, onze Confessie en onze Gereformeerde theologen oneens zijn. We betuigen gaarne, dat we niet dan noode en door onoverwinlijke overtuiging gedrongen dit verschil doen uitkomen. We geven volkomen toe, dat zij die in Art. 36 ook deze zinsneê ten volle beamen, in dit opzicht een gemakkelijker positie hebben. We komen er voor uit, dat wie ons in dit opzicht bij de gemeente voorstelt als in de Belijdenis afgeweken, een volkomen waarachtig telijke
getuigenis geeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 213](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1883/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's