GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 106

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 106

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT

92

WAT OORZAAK DE DEFORMATIE MOET VERKLAARD.

aan de majesteit van den Raad des Heeren hulde doen, zoodat hij te achten zij, dit woeden des Satans over en in de kerke Christi niet slechts geduld, maar ook gewild te hebben, toch ontneemt dit in niets aan Gods kinderen hun diepe, ergerlijke en onverantwoordelijke schuld.

we toch reeds van harte, dat Gods ondoorgrondelijk bestel, de historie van ons geslacht door zonde en genade te laten gaan, in niets de verdoemelijke schuld van Adam opheft, hoeveel te minder kan er in dien Raad Gods dan een ontkomen gezocht aan schuld voor Gods wedergeborene kinderen, die gesmaakt hebben de krachten Belijden

om

toekomende eeuw, die de liefde Christi hebben bekend, en het konden opheffen, en die toch de vurige pijlen van Satan niet hebben gebluscht, maar ze met onheiligen wellust hebben opgevangen in hun eigen borst. En daarom mogen we nooit bij de verste oorzaak dezer deformatie blijven staan, maar dienen ook der

schild des geloofs

tot

de nadere oorzaken af te dalen, die liggen in de zonde der e nen in de zonde der gemeenschap.

kelen

Eerst

de

noemen we de zonden der

enkelen,

omdat

dit het scherpst

zonden der enkelen begonnen al terwijl Jezus nog op aarde was, in dat vragen: „Heere, wie zal de meeste zijn ? Heere, wanneer zult gij aan Israël het koninkrijk weder oprichten?" in dat zeggen: „Heere, dit zal u geenszins geschieden!" in dat op de vlucht slaan, toen ze Jezus vingen; in dat loochenen van Jezus als hij verhoord wordt; in dat zeggen: „Indien ik niet zie, ik zal geenszins gelooven;" in dat veinzen van Petrus te Antiochië, en in wat niet al meer. En dat waren nog wel de heilige apostelen, die met Jezus zitten zullen op twaalf tronen, oordeelende de twaalf geslachten Israëls. Wat moest dan der gemeente niet overkomen? Ja, wat is haar niet reeds overkomen, toen ze pas ontlook en nog blonk in al de frischheid van haar eerste levenskracht. Is een Ananias en Saffira niet schandelijk? Is voor wat Corinthe aan gruwel beleefde „schandelijk" niet nog een te verschoonend woord ? En wat zullen we zeggen van den gruwel, in de gemeente opgekomen, toen Judas zijn eenigen en Petrus zijn tweeden zendbrief moest schrijven, en de Heere zelf op Pathmos zijn kerk dreigen kwam. En is het sinds niet voortgegaan, onder allerlei vorm, allerlei zonde, zelfs de ontzettendste, en die men niet noemen zal, telkens en telkens weer in de kerke Gods, onder Gods eigen volk insluipende, en Hém verwekkende tot toorn, die daarom toch immers ze geroepen en gerechtvaardigd had, opdat ze zouden verkondigen de deugden Desgenen, die ze geroepen had tot zijn wonderbaar licht. Tegen de wereld zou men staan, en zie men droeg haar in de kerke in Niet Mammon, maar God zou men dieconscientie

raakt.

Die

!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 106

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's