Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 201
;
DE REFORMATIE EN DE OVERHEID. baat geen ander
neer, dat,
derij
En
belijdenis nu komen wij uit volle overtuiging op; gevolgen van onze overtuiging te dragen ook al is het ons deswege, als ongereformeerd wil op de kaak stellen.
de
men
;
we voor n e t gereformeerd door en blijven volhouden, niet moet ter dood brengen, dan dat den gereformeerden naam late tot den prijs van meè het
Liever gaan
dat
het uitroeien van afgo-
door vuur en z^\aard moet gaan. tegen deze
bereid
dat
middel,
I87
i
men ketters
men
ons
ketterbloed Het
is
onze
te
helpen vergieten.
overtuiging:
lo.
dat de voorbeelden, die onder het
Oude Verbond desaangaande voorkomen, daarom voor kracht
zijn,
overmits de toen
aanwezige
ons van geen
onfeilbare
aanwijzing
van wat kettersch of niet kettersch was, thans ontbreekt. 20. dat de Heere en de Apostelen nergens de hulp der Overheid inroepen om met den zwaarde te slaan, wie afweek van de waarheid. Zelfs bij zoo gruwelijke ketters als in Corinthe de gemeente bezoedelden, meldt Paulus hiervan niets. En met geen woord is uit het Nieuwe Testament op te maken, dat in de dagen, waarin de bijzondere openbaring zou wegvallen, uitroeiing der ketterij met den zwaarde plicht der overheid zou zijn. 3''. dat onze vaderen deze monstrueuse stelling niet uit hun beginsel hebben afgeleid, maar uit den Roomschen praktijk overgenomen 4''. dat de aanvaarding en uitvoering van dit beginsel bijna altoos op het hoofd der niet-ketters is neergekomen, en niet de waarheid, maar de ketterij in eere heeft gehouden. deze stelling tegen den geest en het Christelijk geloof 5». dat ingaat.
En 6. dat deze stelling onderstelt dat de overheid in staat zij het onderscheid tusschen waarheid en ketterij te beoordeclen, een ambtelijke genade die haar, blijkens de geschiedenis van 18 eeuwen, door den Heiligen Geest niet verleend, maar onthouden is. We verhelen dus in het minst niet, dat we ten opzichte van dit punt het met Calvijn, onze Confessie en onze Gereformeerde theologen oneens zijn. We betuigen gaarne, dat we niet dan noode en door onoverwinlijke overtuiging gedrongen
dit verschil doen uitkomen. geven volkomen toe, dat zij die in Art. 36 ook deze zinsneê ten volle beamen, in dit opzicht een gemakkelijker positie hebben. We komen er voor uit, dat wie ons in dit opzicht bij de gemeente voorstelt als in de Belijdenis afgeweken, een \'ölkomen waarachtig
We
getuigenis geeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 201](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's