GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 139

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 139

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN REFORMATIE DOOR (JEESTELIJKE OPWEKKING.

125

de latere kerken de heerlijke voorbeelden niet van een kerk die, op de boetprediking van haar Herderen, in de schuld voor God gevallen, openlijk in het bedehuis, onder vasten en gebeden, opnieuw haar verbond van trouw met den Heere bezegeld heeft. Evenwel zijn er nog dieper gezonken toestanden denkbaar, waarin de Heere God zijn kerk óf schier geheel van trouwe wachters ontbloot, óf aan de trouwe wachters, die Hij nog liet, de genade om te ijveren voor zijn heilighcden onthouden heeft. In zulk een jammerde ijverlooshcid der trouwe, of ook de

lijken toestand heft uitteraard

Gods

overige herders, allerminst voor de kerke

trouweloosheid der de plicht tot verwakkering

godzaligheid op, en heeft geen ander

in

uitwerksel ten dezen, dan dat de plicht tot het die

de

leden

overgaat.

Toch

initiatief,

de herders overlieten, thans op henzelf

aan de ordening Gods

vroeger is

nemen van

hierbij

te

eeren, opdat de leden

hun ijveren voor Gods eer door minachting voor het door Hem ingezette ambt bezoedelen. Zoo dikwijls dus door den Heiligen Geest (want zonder diens werk is alle werk slechts schijn) kinderen Gods buiten het ambt in bijzondere mate door overtuiging van gemeenschappelijke schuld worden aangegrepen, en een vuur van jaloerschheid voor de eere Gods in hun boezem wordt ontstoken, om tegen nooit

de zonde des volks te toornen, behoort altoos hun ijverbetoon uit te gaan van liefdebetoon aan de Voorgangeren. Op hen dient de eerste aandrang gericht. Kr moet geen zucht zijn om het, buiten hen om, zelf te doen, maar een stille drang en bede: „Och, of z ij er toe mochten opwaken!" Kn eerst, als drang en smeeking hiertoe

ijdel

bleek, en de herderen of in

hun trouweloos-

heid zich verharden óf ook de getrouwe herders in hun lauwe loosheid voortv^aren,

ijver-

het oogenblik voor zulke leden der kerk ge-

is

om zei ven de kerk tot boete en bekeering te roepen. Dit eeren van Gods ordinantiën achte niemand gering noch loope

komen, iemand

er in zelfgenoegzaamheid over heen.

Men bedenke

toch, dat

al ons roepen tot boete en bekeering niets dan dood kan baren, tenzij God de Heere de harten aangrijpe dat alle boetbazuin slechts instrument en ;

alleen de heerlijke

God

afgebeden zegen van dra we ons aanstellen

de Wakkerschudder der slapenden

zijn

Toetst geschiedt,

men aan dan mag

Vaderhand verbeurd en

schier

is;

en dat die

gebannen

is,

zoo-

in eigcnwilligheid en niet volgen in zijn spoor.

deze

leidende

beginselen hetgeen

het volgende niet

om

ons heen

verzwegen.

dagen het roepen tot boete en bekeering niet van de wilde massa, maar van het volk des Heeren, veel te zwak vernomen wordt. lo.

dat

in

de

prediking

onzer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's

Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 139

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's