Uit de diepte - pagina 29
Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.
29 te maken van de medeverantwoordelijkheid die ge zelven aan deze zonde der verdrukking draagt? Niet, dat spreekt vanzelf, alsof' bij Gods kinderen ooit de roede die over hen komt een straf in eigenlijken zin voor hun zonde kon zijn. Wie dat zegt, doet te kort aan de alverzoenende kracht van het bloed van Golgotha. Daar i s alle schuld verzoend Door Hem die daar stierf al de toorn Gods en dies al onze straf
los
,
!
gedragen. Straf in dien zin kent het kind yan
Maar tijding
,
God
niet
meer.
losmaken
van de zonde door kaseen oordeel dat Gods kinderen van de medeschuld w^el
is
er een
afscheidt.
Want ziet. Broeders en Zusters, aan dat doen opkomen in de Kerke Gods van haar vreemde Heerschappijen en onpassende Machten is een ieder onzer mede schuldig geworden. Hadde al het volk des Heeren ook in deze stad steeds hoog gehouden de macht des Heeren; alle Macht en Overheid alleen om 's Heeren wil geëerd zelf de hun toevertrouwde macht stipt gehandhaafd, maar ook geen hun niet toekomende macht zich aangematigd er zou allerwegen helder, klaar besef hebben bestaan van het onderscheid, dat zulk een valsch indringende macht afscheidt van de machten die door God zijn gesteld. Maar dit was zoo niet. Hoe weinig hebt ook gij u niet vaak om 's Heeren Almacht bekreund! Hoe hebben niet ook wij vaak de Overheid gehoorzaamd, niet om der consciëntie wil, maar enkel uit vreeze voor haar zwaard. Hoe slap lieten we niet vaak de banden van de tucht hangen in eigen huis en kring En ook hoe zondigde niet een ieder onzer door heerschzucht hoe waren de vooraanzittingen niet gemind; hoe gretig dronk men niet in eiken kring, tot zelfs onder onze kinderen, uit den beker van aanmatiging en aangegrepen macht Welnu, daardoor is het rechtsbescf in ons goede land vervalscht. Daardoor hebben wij zelven, ieder voor ons, water aangedragen en doen invloeien in dien stroom van machtsaanmatiging, die thans tegen de fundamenten onzer Kerk aanspoelt. Wij zelven hebben door onze uitademing den dampkring helpen bederven, dat de macht om weerstand te bieden ontbrak. En daarom roept nu eens niet van aller algemeene zonde, maar belijdt thans bovenal deze bijzondere zonde op het Machtsterrein als uwe zonde voor den Heere uwen God. En richt u dan op in zijn kracht,en keert weder, en geeft Gode de eere, en zondigt in de zaken van Macht en Heerschap;
—
!
;
pijen niet meer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's