GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 8

1. bekendmaking van den Amsterdamschen kerkeraad; 2. bericht van reformatie; 3. verklaring der ontzette kerkeraadsleden

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze is in deze groote stad, „die v^eel volks heeft", geen licht geweest op den kandelaar, geen stad op een berg, geen zout, dat bederf kon weren maar in zondige achteloosheid en vleeschelijke zelfgenoegzaamheid is ze der Haar voorgangers hebben niet gewereld te zeer gelijkvormig geworden. noeg gewaakt en de leden der gemeente zijn te tragelijk in ijver voor Naam ontstoken. En zoo dreven we steeds verder af; tot we 's Heeren eindelijk in zoo jammerlijken Kerkstaat geraakten, dat de spotter zijn lust aan ons kreeg. Niet alsof de Heere onze God de Kerk zijner martelaren gansclielijk verOok hier ter stede heeft de ontrouw van zijn herders en van laten had. zijn volk Zijn trouw niet te niete gedaan, en niet diep genoeg kan de zelfbeschaming gaan, waarmee geroemd mag in de lankmoedigheid van den Ontfermer, die nog altoos voortging krachten in ons midden te doen menigen en nog keer op keer ons Leeraren schonk, distel omzette in een mirteboom die in zijn Naam wisten te spreken naar het hart van Jeruzalem. Maar juist deze goedertierenheden des Heeren deden den jammer, waarin onze Kerk allengs dieper inzonk, slechts te schreiender uitkomen. Gij weet dan zelven ook maar al te goed, hoe achtereenvolgens alle heiligheden des Heeren openlijk van onze kansels aangerand en geloochend zijn en nog %i'orden, en hoe er in den loop der eeuwen bijna geen ketterij in 's Heeren Kerk is opgedoemd, die niet ook thans weer haar verdervenden invloed En waar op die wijze het fundament der Apostelen en Profeten uitoefende. wierd ondermijnd en losgewoeld, hoe kon het daar anders, of ook de zedeloosheid en de ongerechtigheid moest naar alle kanten tuchteloos uitbreken en vaak een ban leggen op veel wat stille vroomheid nog in de kracht des ;

;

;

Heeren deed. Zoo is de waarheid Gods

in ons midden gelasterd, zoo zijn de Sacramenten de goddeloosheid als een stroom over dit heilige akkerveld uitgegoten, en een Kerkregeering, die te midden van zulk een onduldbaren toestand toch nog den schijn van plechtigen ernst wilde behouden, moest zich wel in allerlei leugenachtige schijnvertooning verloopen, opdat nog zekere kerkelijke dcftiglieid na mocht blinken, in wat almeer zijn innerlijke waar-

ontheiligd, zoo

is

heid verloor. Door deze innerlijke hollieid wierd het ambt onder ons dan ook met zulk een schrikkelijke machteloosheid geslagen, dat van de 175,000 personen, die als tot ons behoorende gerekend wierden, hoogstens één tiende deel nog met de gemeente opkwam aan het heilig Avondmaal (de pas „aangenomenen" nu uitgezonderd) een nauwelijks noemenswaard deel toetrad de armverzorging door stedelijke, genootschappelijke en particuliere weldadigheid almeer aan de Kerk uit handen wierd genomen de zaak der in- en uitwendige de tucht geheel wegviel de groote Zending buiten onze Kerk omging godshuizen der gremeente vaak booze geruchten deden hooren de Sabbat in toenemende mate ontheiligd wierd en alle herderlijke zorge niet ongelijk wierd aan een uitscheppen van de zee met een hoosvat, daar het toch van;

;

;

;

;

;

;

sprak, dat een zoo uiterst klein getal van onderling verdeelde, vaak zorgelooze en in valsche banden geklemde herders, bij geen mogelijkheid eene schare van straks tweemaal honderd duizend Kerkleden door persoon-

zelf

zielzorge konden stichten. Er %vas dan ook geen saamleven meer. In onze steeds aanwassende gemeente liep ieder zijn eigen pad en ging ieder zijn eigen gang, en de beste kracht van uw Opzieners moest (o, het was God geklaagd, al overkwam het ons om onzer zonden wil) moest verspild en verkwist in een eindeloos

lijke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's