Uit de diepte - pagina 411
!
405 veroorzaken Hoevelen, wier oog zich met tranen vult, omdat zij terugdenken aan de dierbare betrekkingen, met wie zij het jaar mochten beginnen, maar niet eindigen Ja, zou er iemand onder ons zijn, wien de moeite en het verdriet des levens geheel gespaard en gansch onbekend gebleven is? Wij mogen ieder mensch heeft is het niet? het betwijfelen; want strijd; elk hart heeft zijn smart; en de eerste tranen, zijn waarmee wij het leven begroeten, zijn de profeten en voorboden van hetgeen ons in het leven wacht. Alleenlijk in den hemel zijn geene tranen, maar hier op aarde hebben en be!
!
—
—
houden
zij
hunne
plaats.
mijne hoorders! zoo is het de kortheid des tijds en de waaraan ieder menschenkind als vanzelf moeite des levens gedenkt, zoodra de laatste ure des jaars is aangebroken. En daarom zijn wij in deze ure zoo gansch anders dan gewoonlijk gestemd. Een zeker gevoel van ernst drijft ons naar het huis des gebeds. De stem van het geweten spreekt, en herinnert ons aan dien God, in wiens hand onze adem is, en tegen wien wij allen gezondigd hebben. Maar daarom zien wij ook op den Oudejaarsavond in het huis des gebeds menschen, die anders zelden of nooit daarin gezien worden; menschen, wier gansche godsdienst schijnt te bestaan in een enkelen kerkgang op dezen ernstigen avond, alsof zij hiermee hunne zonden van het gansche jaar wilden en konden verzoenen. Daardoor echter wordt de taak van eiken Evangeliedienaar, die in deze avondure moet voorgaan, verre van gemakkelijk. Thans te spreken, te .vermanen, te bemoedigen en te vertroosik gevoel het, mijne hoorders ten naar ieders behoefte, wat daartoe behoort, en dat de Heere God alleen daartoe beZiet,
,
—
kwamen kan
Wat
en moet.
wat moet ik u thans verkondigen? Aldus heb ik mijn God gevraagd en gebeden; en dat temeer, omdat wij elkander grootendeels onbekend zijn, en dus niet konden of kunnen deelen in elkanders lief en leed. En zoo vaak ik deze vragen deed, sprak telkens de stem in mij: »Wijs op den ernst van dood en eeuwigheid; bereid daarvoor de harten, en verkondig daartoe het oude, maar nooit verouderde Evangelie." Aan die stem wil ik gehoorzamen; den eenigen troost iu leven en sterven wil ik u dezen avond voorhouden. Moge het nu maar zóo geschieden, dat menigeen, ja, dat een ieder uwer daardoor tot het zoeken en vinden van dien troost worde bewogen en opgewekt! Komt, dat wij zulks vragen van onzen God, en dat wij dien zegen in het gemeenschappelijk gebed vooraf van Hem begeeren. zal,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 411](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's