Uit de diepte - pagina 813

807 den nederige schenkt, als öén lof in lijden en verblijden. den geloofsregel van den ootmoed midden in bet lijden en onder bet kruis. Maar over dat lijden heerlijkbeid; en op dat kruis de kroon. De ootmoedige beeft bet zalig voorrecht om zelfs onder het kruis te roemen, en zich te verblijden in de hoop der beerlijkheid. Onder het kruis te roemen, is dat geen zalig, koninklijk voorrecht? In tegenbeên, in smarten en allerlei tribulatiën, en als het tegen vleescb en bloed ingaat, en ons wenach scben en verlangen niet komt, ja zelfs als bet kruiselings door ons willen en wenschen benengaat, stil te zijn en verootmoedigd, en den wensch en wil van den zachtmoedigen Heiland te verstaan: »Zoo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij" (Mattb. beid

is,

Petrus

zet

!

dat geen heerlijk voorrecht? Voorzeker, het kruis is zachter voor Gods kinderen, dan het kussen der eere voor de liefhebbers van deze wereld. Bij alle beproevingen des levens belijdt de ootmoedige, dat hy niet anders waardig is, ja zelfs 't nog smartelijker verdiend bad. Maar de genade, die tusschenkomt, zegt: 5>Zie op Jezus!" En ootmoed wordt blijmoed; want de ootmoedigen hebben lot en deel met den gekruisteu en gekroonden Heiland. Uit tranenzaad bereidt Hij een vreugde- oogst. En wie in bet lage dal des ootmoeds woont, die leert in zijnen naam alle kruis, dat over hem komt, zegenen; ook daarom, wijl door de » kruisstraat" alleen de poort des hemels is te vinden. Hoeveel moeite en verdriet er dan ook zij, zelfs als wy onder bet klagen tranen tot spijze hebben, de Heere zal zijne sterkte gebieden, en zijn kruis doen druppen van zegen. »De Heere zal des daags zijne goedertierenheid gebieden, en des nachts zal zijn lied bij mij zijn, het gebed tot den God myns levens. Wat buigt gij u neder, o mijne ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige verlossing mijns aangezicbts en mijn God" (Ps. 42 9, 12j.

16:24);

is

in ootmoedigheid

:

Al gaat het ook, mijn ziel door nacht en neevlen benen, God zendt een blijde straal door al het droevig weenen !

!

En

vanouds onder bet

wat Gods volk geliefden pleegde te zeggen, en waarmee ze elkaar in bet pelgrimsdal sterkten: »Den gordel der blijdschap om bet kleed der ootmoedigbeid! eamus ad auream messem de guldentijd des oogstes is aanstaande !" dat zij door Gods genade ook voor ons s>bet woord van aflossing". Want dit is toch voor den ootmoedige bet hoogste en zaligste voorrecht, dat hij eenmaal zal ingeleid worden in de eeuwige beerlijkheid, en zal juichen voorts,

!

kruis

!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen