Uit de diepte - pagina 138

,:

132 dierbaar kruis tot eene ergernis en dwaasheid zelfs den dierbaren Jezusnaam tot een woord des vloeks? Ziet, daar komen de zonen Abrahams naar den vleesche, met hun reukwerk, en zij eeren in dat rooken de oude slang, die ook hen verleidt. Hier is het woord toepasselijk van Paulus: » Hetgeen zij oiïeren, offeren zij den duivel en niet Gode." Israël is het eerste gebod vergeten en heeft van dat teeken der genade een afgod gemaakt, buigt er zich voor en aanbidt. »Ik, Jehova, ben uw Heelmeester", had de Heere tot zijn volk gezegd en, toen Israels tempel werd ingewijd, had de wijze koning tot zijnen God gezegd: »Als er eenige plage of eenige krankheid wezen zal, alle gebed, alle smeeking, die van eenig mensch van al uw volk Israël, geschieden zal, als zij erkennen een ieder de plage zijns harten en een ieder zijne handen in dit huis uitbreiden zal hoor Gij dan in den hemel de vaste plaats uwer woning, en vergeef" Ziet, de tempel Gods is in Hizkia's dagen in het midden, de dienst des Heeren is hersteld, het groote paaschfeest is gevierd, de koning zelf is voorgegaan in den dienst des Heeren; maar Israël bidt niet om genezing, noch erkent de plage zijns harten, maar hoogten en opgerichte beelden en bosschen zyu liever. Het rooken voor de koperen slang zal meer heil en genezing aanbrengen immers, het verledene heeft het geleerd dan de Heelmeester Jehova. Van de beide woorden » middel" en »God" moet nu éen weg. De wereld schrapt het woord God, maar de kerke des Heeren zegt: als een van beide moet worden weggenomen dan hot middel, al is het nog zooveel waard, al zijn er nog zoovele herinneringen aan verbonden het middel weg, liever dan God te verliezen, want Hem komt de eere toe in alle eeuwigheid! Daarom neemt Hizkia de slang en zegt tot Israël »Nehustan", »een stuk koper", al heeft het den Heere ook gediend als middel tot redding, maar geen god. Ziet, ik verbrijzel het en het heeft geen macht om zich te redden, te behouden, ziet in de verbrijzeling de nietigheid van uw god. ,

,

,

—

—

;

Hoe kan anderen redden wat zichzelf niet redden kan ? Zoo ook de weg Gods. In het midden van Israël was zijn heiligdom. Heerlijk was het, zoolang daar God werd gediend, maar toen Israël het huis tot een huis van koophandel tot

is

,

een huis van moordenaren had gemaakt liet de Heere het volk der vorsten komen om de stad en het heiligdom te verderven. Was die stad dan niet een teeken Gods in het midden der aarde? Hoort, geliefden! de discipelen des Heeren Hem wijzen op die steenen, die gebouwen, en ziet, bij de gedachte aan den ondergang vloeien de tranen des Heeren. Uit ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen