Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 37
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CAMPAGNE. door
hein
kon
gadesloeg,
geleid,
waarnaar
het eigenlijke punt
Daarentegen ging
den
hij
Woords
des
De
hebben.
Christus
dreef.
welke middelen ik ook voorsloeg
ik,
ter oplossing
besliste overtuiging uit, dat
Kerk behoorden,
de
tot
dienst
weten komen wat het einddoel was,
te
zelf jaagde en velen
hangende vraagstukken, van de geborenen
10
moeten
('hristus geheiligd zijnde, die door
in
verstaan en gebruiken wat
leeren
moest behouden worden. Dat was
volkskerk
van de
aileindeKerk
zij
in
'>Gero.-
formecriV\ dat was Christelijk.
Vroeg of laat moest Ingevolge
drie jareii,
laatste
buitengewone werkzaamheden was
en
nu en dan
slechts
Maar behalve
geweest
verschrikkelijke botsing komen.
er eene
ongesteldheid
—
dat
ter
ik,
in
de
vergadering van den Kerkeraad
mijn hart was afkeerig geworden van het
woelen der éên-kwart-gereformeerden, en het gevoel ml'ner amb-
onzedelijke
kwam
op tegen het bijwonen van vergaderingen,
telijke
waardigheid
die, in
de gewichtigste aangelegenheden, niets dan schijn vertooningen waren,
einde
ten
aan
hetgeen
Eerst een geruimen
elders
was
besloten
veel
legalen grijs
vorm
geven.
te
verleden, waardoor
het echtgereformeerde had als kunstboter van natuurboter,
van
daarna met de beginselen van het Reveil,
en
den
bezig geweest zijnde met het
zonneklaar werd dat wat als Gereformeerd ter markt gebracht werd
mij
't
even
tijd
sterk
in
Groen van Prinsterer
be-
lichaamd, zoodat ik duidelijk zag, hoever vele Antirevolutionairen afgeweken
van hunnen oorsprong, leefde
waren den,
een
en
levend
bewoog
van de Amsterdamsche kerkelijke wereld. Ook
lid
ik mij
behalve onder leerlingen en vrien-
ik,
met opzet
niet
zijn,
geboden, en ik koesterde nog slechts één wensch,
Groen
van
Prinsterer
in
om
aan ruimer kring aannamelijk het
;
tijdschriften
kwamen
heirleger politieke couranten
huishoudelijke
meer
te
roeping
advertenties
kwam in
officieele
haast niet onder mijne oogen
ex
;
alleen het Handelsblad ter wille
mijn
Deel
huis.
officio
van het van de
Ik meende geene andere roeping
hebben, dan mij voortaan uitsluitend en geheel aan mijne hoogste te wijden.
Ik heb op geenerlei manier den strijd
2'^''
orde te brengen, en daarmede mijne eigene
memoires. Kerkelijke bladen las ik dan ook niet meer, het uitgezonderd
ais
daarbuiten
meer: mijne brochure over het voorstel —Gun-
ning C'havannes zou wel het allerlaatste advies
van
dan
veeleer als een kluizenaar in,
in het Classicaal Bestuur,
ontweken,
en
ten
allen
strijd
dage
gezocht, zelfs zooveel mogelijk den
gedaan
en geraden wat ik met eene
goede conscieutie kon doen en raden, ten einde den vrede met de broederen
van don Bronderkring
te
bewaren
All(>
Antagonisme heb
ik
mot de grootsie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's