Uit de diepte - pagina 225
219 is alleen een zich overgeven, toevertrouwen aan den Heere Jezus en dat wel tengevolge van de keuze van mijn vryen wil." Een ander zegt: »H.et is vertrouwen en betrouwen op Jezus woord en werk het is de hand uitstrekken en aangrijpen van wat Christus een iegelijk mensch aanbiedt." Weer een ander zegt: » Geloof is een gaan tot Jezus, die immers roept: »Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast en Ik zal u rust geven." Geliefden als men zoo het zijt, wezen des geloofs omschrijft, moet men in de aanwijzing van den oorsprong des geloofs gansch verkeerd uitkomen. Want immers dan redeneert men aldus voort: »Zich overgeven, toevertrouwen aan, komen tot Christus, het aangrijpen van Hem en zijn offer, zyn immers allen daden. Daden nu moet de mensch doen, moet de mensch verrichten, die moeten van den mensch uitgaan. En die gevolgtrekking op zichzelve, dat daden door den mensch moeten gedaan, is zeer maar hetgeen men voorop heeft gesteld n.1. dat het gejuist loof alleen in daden bestaat, is niet juist, en zoo komt men ertoe om, door deze juiste gevolgtrekking verleid, den oorsprong des geloofs in den mensch te leggen. Zoo wordt het geloof beschouwd als eene vrucht van onzen eigen akker, dan is het geloof uit u. En is dat nu de leer der Heilige Schrift? Immers neen! Want ziet het maar in onzen tekst; daarin wordt juist het tegenovergestelde gezegd; terstond volgt er op de woorden: >door het geloof", en dat, n.1. het geloof niet uit u. Het is alsof de apostel sommigen hoorde tegenwerpen, toen had neergeschreven: »Want uit genade zijt gij zalig gehij worden door het geloof": » Indien wij zalig worden door het geloof, dan kunnen wij ons beroemen, dat wij eigenlijk door de werken zalig worden, want het geloof is onze daad, is ons werk, het komt uit ons." Om denzulken terstond den mond te stoppen voegt de apostel er met nadruk aan toe: »en dat niet uit u"; dit zaligmakend geloof is geene vrucht van uw akker, integendeel het komt van God.
geloof
;
,
;
De
apostel
maakt
hier
een scherpe tegenstelling tusschen
den mensch en God, tusschen 's menschen werk en Gods genadegave. In den grondtekst staat de tegenstelling veel scherper uitgedrukt, dan die in onze taal is weergegeven. In het Grieksch staat terstond naast en tegenover het woordje »u', de uitdrukking »Gods" of »van God". Deze uitdrukking »van God" staat daar met volle nadruk en klem voorop, zoodat het letterlijk overgezet heet »En dat niet uit u, G o d s gave is hetl" Door dit zoo nadrukkelijk voorop te stellen, »Gods gave is :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's