Uit de diepte - pagina 108

102

Dat was het, waarnaar de geslachten Israels, die hunne hoop op God mochten hebben, begeerig uitzagen. Dus wordt bedeeling des Geestes gefundeerd op het als het volbracht zou zyn. Gelijk ook zoo duidelijk vervuld is in de dagen des Nieuwen Verbonds. »Ziet, ik zende de belofte mijns Vaders op u." o. Het is hier, gelijk de apostel zegt, »de versche en levende weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door zijn vleesch." En op een andere plaats » Dewijl wij dan een groeten Hoogepriester hebben, die door de hemelen doorgegaan is." Zie, die vervulling, die der lang verordineerde en beloofde verlossing stelt de Heere hier in uitzicht; en Hy zegt: o Mijn volk, uit die fontein zal al mijn heil voor u vloeien. Hunne ongerechtigheid, o, Dat woord duidt aan een moedwillige overtreding van Gods wetten en geboden. De Heere zegt: »Ik zal hunne ongerechtigheid vergeven." En dat woord vergeven geeft eigenlijk te kennen een genadig zijn op grond van een zoenoiferande. » Want Ik zal hunne ongerechtigheid vergeven en hunner zonden niet meer gedenken." o, Welk een weldaad voor het volk des Heeren de Heere wil regen gieten op het dorstige en stroomen op het droge, en dat uit kracht van die verzoening, die de Middelaar in den hemel vertegenwoordigt; daarom is het, dat er geschreven staat: »Want dat zal Mij zyn als de wateren van Noach, toen ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan alzoo heb Ik gezworen dat Ik niet meer op u toornen, noch u schelden zal." o. Mijne hoorders, mocht ge nu eens bedenken, aan de e e n e zijde, hoe gij gewandeld hebt en nog wandelt voor God, en aan de andere zijde, onder welke bedeeling gij leeft. Het wie of wat gij ook zijn moogt, wat de gaat ook u aan Heere zegt: »Zoo waarachtig als Ik leef, indien Ik lust heb in den dood des goddeloozen. Maar daarin heb Ik lust, dat hij zich bekeere en leve." over gansch ono, De Heere wil zijne waardigen, ja des eeuwigen doods schuldigen uitbreiden, gelijk Hij aleer dit nieuwe verbond beloofde aan de twee huizen van Israël en Juda, onder welke men zoozeer tegen Hem gerebelleerd had. Evenwel, die ontfermingen komen in een weg, gelijk hier beschreven is, van verandering des harten en van bekeering tot God. en mocht gij tot Staat dan eens stil met uwe gedachten uzelven komen De Heere had het met dat volk in de woesdie

beloofde

Middelaarswerk

,

:

aanbrenging

geopende

;

aangebrachte

;

,

,

ontfermingen

,

!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen