Uit de diepte - pagina 40

Daarom,

ziet, Ik zal

haar lokken, en

zal

haar voeren

in

de

woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken.

Hosea 2

Een

:

13.

gemeenschap tusschen en zijn uitverkoren volk, dat is de inhoud van het tekstwoord, dat wij u hebben voorgelezen. Hosea, die dit woord moest brengen, was Gods gezant onder het rijk der tien stammen. Een tijdgenoot was hij van Jesaja, die onder Juda profeteerde, en met hem arbeidde onder Efraïm de profeet Amos, die ook leefde in de dagen van üzzia in Juda en Jerobeam, den zoon van Joas in Israël. Uit de predicatiën dezer Godsmannen leeren wij, meer nog dan uit de historische boeken, de innerlijke gesteldheid kennen zalig uitzicht op eene herstelde

Heere

den

,

van het volk 't

Was

in beide rijken.

er metterdaad diep treurig gesteld, in elk opzicht.

gruwelen hadden de overhand. Bijna geheel waren de oorspronkelijke wegen verlaten en onbekend geworden. Op elk gebied was deze kanker doorgedrongen. Voorwaar geen wonder, vooral onder bet rijk van Efraïm. Tegelijk met zijn vorming was de grond gelegd voor zijn oplossing, toen Jerobeam, de eerste, den band doorsneed aan de wettige Godsvereering, die naar 's Heeren bestel moest geschieden te Jeruzalem. Een vervalschte godsdienst baande den weg tot afgoderij en eindelijk werd in Achabs tijd de vrucht dezer afwijking openbaar, toen de goddelooze Izebel met hare Baals kwam aandragen en eene scbare van afgodsAllerlei

met zich voerde. toen bleef ook de maatschappelijke ellende niet uit. Ellende, in zedelijken zin verstaan. Want ja, wel was er voorspoed en weelde. Amos spreekt van elpenbeenen bedsteden; priesters

En

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen