De twaalf patriarchen - pagina 68

8

g

I

DE PATRIARCH ISSASCHAR.

64

g

8

8

8 8 8

i i

maar weer tot zich nam, en als ze van Jacob maar weer een eigen kind mocht ontvangen. O, dan wierd alle teleurstelling en alle last willig gedragen, want dan ware dat kind dat ze ontvangen zou als Jacob ze

|

haar loon.

I

|

En omdat Lea nu

al die

iaren

om

dat

I

kinderloon gezwoegd had, daarom riep ze, |

kwam: „Noem

toen eindelijk dat kindeke

hem want

Issaschar, dit

d.

i.

jongske

om

loon ontvangen,

loont mij mijn smart."

was Lea de dagen van haar dracht dan ook aldoor met dat denkbeeld „als mijn loon maar komt" bezig geweest. Uit 's moeders hart en zin was die trek naar loon ook op het kind dat ze droeg Kennelijk

i §

§

i 3

overgegaan. | I 8

|

dat

8

8

alleen

I 8

I 8

het dan

uit,

„Loontrekker"

maar ook als „de werker om loon' onder Israels stammen geteekend staat.

Wien

het loon lokt, ziet tegen het dienen

\

8 | |

en moeite niet op. Als het loon

8

8

niet

|

heet,

in arbeid I 8

En zoo kwam

Issaschar

§

maar komt!

Dat loon verzoet hem

8

alles. ? i i

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen