Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 258
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.
240
hoogmoed en boosheid
Stoel
van
Maar
Petrus.
worden
gestijft
Kerk van God gegeven
de
hun aanhang
gansch
in
hun
het Kerkbestuur had van zijnen, door
:
zetel afstand
zoo
gedaan ten behoeve van een nieuwen
op eene behoorlijke manier ons hadden voor-
zij
wat Mr. Heemskerk
gesteld,
met
inbrekers
oproerige
de
zouden
boden,
Mr, Molster uitsprak, welnu, dan zouden
bij
daarin een teeken van berouw begroet, en tot verzoening alles gedaan
wij
hebben, wat recht en plicht gedoogde.
Ik geloof de
Wij zouden
zijn.
[stellig
wel
Commissie ougeprejudicieerd gelaten hebben,
Kerkelijke
der
autonomie
de vraag, wie daarover dan zou moeten oordeelen, zou groot ver-
maar
bij
schil
ontstaan
te
dat er conciliatie zou gevolgd
niet,
Wij daarentegen hadden besloten, geen modus vivendi
zijn.
erkennen, dan waarbij de vernietiging der besluiten van December 1885
en de roeping van het Classicaal Bestuur raads
hier te
doen wat des Kerke-
aan den anderen kant onbewimpeld en ten volle geëerbiedigd werd.
is,
Hoe
om
dit
zij,
ontvingen van de bedoelde heeren nooit eenig voorstel
wij
Getrouw aan hun
tot schikking.
schen. Sterk in
hunne
fantasie,
opzet, wilden
01/
over het Kerkbestuur heer-
troost wenden. Overwinnaars in eigene schatting, zouden
Vaarden
stellen.
Goedgunstiglijk zou
maar
;
men
alle niet
zij
heul en
de vredesvoor-
gedweeë orthodoxen nog
Amsterdam dulden, hun een paar kerken
wel in „de Kerke Christi" te
gebruike gunnende
om
moest dat zwakke zich tot hen
ten
het Kerkbestuur als zoodanig moest subjectie aan
de souvereine organen van de souvereine gemeente betoond hebben, en zich voorts doodstil houden.
Onze zaak scheen dus voor goed
verloren.
Wie zou
overmoedige, en zelfs met bloedstorting dreigende
Kerk zoo dat
zich,
sterk verschanst had, aandurven
men de schorsingsdaad
van het goed recht der Kerk wilde, voortgevloeid achtte
?
partij, die zich in
Hadden
?
de overmachtige en
zij
uit dolheid en alle zucht tot verdediging
uit eene koppigheid, die alles
Was
de Nieuwe
niet zooveel voor
op het spel zetten
het bovendien niet veel Christelijker, aan
broeders de hand te reiken, dan nog langer voort te gaan op dien, zoo niet
verkeerden, dan toch onheilspellenden
Wij mochten aan niet
anders,
alle zulke
vragen geene aandacht schenken
;
wij
konden
dan binnen de grenzen onzer roeping ons bewegen. Als leden
van het Classicaal Bestuur hadden sicaal
weg?
wij
gehandeld
Bestuur zouden wij blijven handelen
:
wat
;
als leden wij
hadden
van het Claste doen,
was
voorgeschreven, en niemand van ons zag in deze voorschriften eenig kwaad.
Wij waren
Wat we
op
daarop
den te
officiëelen
weg, en zouden dien blijven bewandelen.
doen vonden, hebben
wij
gedaan. Ons verweer bestond
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's