Uit de diepte - pagina 506
!::
500 ambtelijke roeping tot den dienst des Woords, of het werk dat in het ambt der geloovigen geschied is, gelden, maar het op den staat der genade zelfs is gemunt. Kon Satan Job naar de toelating Gods alles ontnemen, zi.jne
huisvrouw liet hij hem, om hem toe te voegen: »Zegen God en sterf!" en de drie vrienden om als slechte vertroosters tot hem te zeggen: sWie is de onschuldige, die vergaan zij en waar zijn de oprechten verdelgd?" met den raad: »Ik zou naar God zoeken en tot God mijne aanspraak richten." Daarentegen deed hij van een Heman vriend en medgezel verre, opdat deze bedrukt en doodbrakende en twijfelmoedig zyn zou (Ps. 88). Door de kinderen van Korach werd de vraag gezongen »Zult Gij eeuwig tegen ons toornen?" (Ps. 85). Als Asafs treden bijkans waren uitgeschotea, riep hij uit: »Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd" (Ps. 73), en vraagde hij zijn?" (Ps. 77: 10). » Heeft God vergeten genadig te Een David hoort den ganschen dag: »Waar is uw God?" (Ps. 42), en geheel Zion heeft zijne tijden van bestrijding in oude dagen gehad, waarin het klaagde: » De Heere heeft mij verlaten, en de Heere heeft mij vergeten" fJes. 49 14). Niet anders in de dagen des Nieuwen Verbonds. Satans ziften heeft zeker bij Petrus niet opgehouden, toen de verHij, die vloeking en bezwering van zijne lippen was gegaan eerst tot de verloocheuing als met eigen hand voerde, heeft hem wel in het oor gefluisterd: »Nu zijt ge vervallen van de genade nu geen hope meer gekoesterd, verbanneae van Christus den weg van zondig genot of den Judasweg op!" Dat wij dit denken, hoewel het niet geschreven staat in dat Boek der boeken, heeft het niet daarin zijn grond, dat nog heden diezelfde verleider de aanklager is, en die het zoet der zoude voorstelde, of zijn opium u toediende, nog heden allen terugkeer zoekt af te snijden door zijn » verloren"? De ziel van elk Godskind heeft wat door te worstelen o. hier beneden. Hoe vaak wordt zij aangevallen van allen kant, benauwd, gedrukt, geperst om haar af te rukken van haar God, om haar in twijfeling, in wanhoop te doen wegzinken. Zeker, omdat niet genoeg werd gewaakt over den weg, langs welken de wagen onzes geloofs glijden moet, is het den Booze gelukt steenen des aanstoots op de rails te leggen, opdat ontsporing volge, en indien de God des levens ook al verhoedt, dat er dooden vallen, er is zooveel schade aan materieel en door oponthoud en verlies van bezittingen en pijnlijke verwonding. Zeker, omdat wij niet diep genoeg hebben gegraven tot den vasten bodem van alle plaatsen, waar de fondamentsteenen :
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's