Uit de diepte - pagina 449

!

tus

leven

en

heerlijkheid

uit,

omdat

op

Hem

Midde-

als

Gods en der menschen dood en ellende aanloopen. Het teeken van den Zone Gods in het vleesch was daarom, dat boven Hem als den Middelaar de hemelen geopend zijn en de engelen Gods opklimmen en nederdalen op den Zoon des menschen; maar ook, dat Hij, vpaar de vossen holen heb-

laar

geen steen bezit om het hoofd op neer te leggen dat veracht is en de onwaardigste onder de menschen, een Man van smarten; dat Hij het Lam is, ter slachting geleid. Zijn teeken is de doornenkroon, de spotmantel en de rietstaf, waarmee Pilatus Hem aan zijn volk vertoonde nZiet. uw Koning!" Waarlijk deze is Immanuel, want Hij draagt bet teek en: het kruis, den schandpaal, het vloekhout. Hij draagt het; Hij wordt eraan vastgeklonken, naakt uitgetogen, tusschen twee moordenaars; in dikke duisternis; van de menschen, van de zijnen, van den Vader verlaten; onder ben,

;

Hij

:

den vloek.

Dood

het teeken van den Verlosser. Hier vindt de dood zijn dood in God, en de vloek zijn graf. Hier moet de fontein des heils ontspringen! Het is het wonderteeken van Immanuel, den Zaligmaker, Christus, den Heere, dat de woestijn begint te bloeien overal, waar zijn naam wordt geplant dat de gedaante der aarde zich vernieuwt; dat de macht van den booze terug wordt gedrongen, en de machtige zijne vangst moet loslaten. Waar Jezus Christus verkondigd en gekend wordt, daar wandelen de engelen Gods; een stroom van zegen en heerlijkheid volgt de banier van zijn Koninkrijk; een lied van verlossing, van vrede, liefde en zaligheid wordt gehoord en de dood wordt onder den voet getreden: «Dood! waar is uw prikkel? Hel! waar is uwe overwinning? In dit alles zijn wij meer dan Maar overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad!" ook is en blijft het een teeken van Immanuel, dat er voor Hem geene plaats is in de herberg dat voor Hem zijn de doeken en de kribbe en het kruis. Tegen Hem monstert de booze zijn leger; tegen Hem organiseert zich alle vleesch. De koningen der aarde stellen zich op; de vorsten beraadslagen tezamen tegen den Heere en tegen zijn Gezalfde. De vorsten, de mannen van gezag en invloed op ieder gebied; de vorsten in de wereld der aanzienlijken en grooten de voisten op het gebied van wetenschap en kunst; de vorsten in het maatschappelijke leven; de vorsten in school en «kerk." Voor henzelven een kruis der eere; voor Immanuel de doeken en de kribbe.

Dit

is

;

;

—

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen