Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 169

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.

151

werd, dan zouden wel meer fatsoenlijke inrichtingen voor Christelijken arbeid ontsloten worden.

Maar

vóórdat wij die geschiedenis vervolgen, een woord over de genoemde

BIJBELLEZINGEN. Terwijl de Heere Jezus blijkbaar altijd volksoploopen zocht te voorkomen,

het

is

van de krachtigste kunstgrepen der demagogie geweest,

een

steeds

De menschen winden dan

vele

menschen

zich

zelven en anderen en elkander op. Die opwinding wordt geestdrift of

zegen,

kleine lokalen te vergaderen.

in

zelden

niet

goeder trouw, genoemd.

ter

gelijk gezinde

menigte boezemt vertrouwen

moedig. Zelfs

bij

men neemt

en

Het

gezicht van zulk eene

maakt kloek

in,

—

,

maakt

over-

de leidslieden verdwijnt dan niet zelden het kalm overleg,

waarvoor men

stellingen aan, of stellingen in,

en zich in lateren

zelf

bang was,

schaamt. Mislukken de daardoor bedoelde pogingen,

tijd

veeleer worden de leidslieden verhard,

dan bekeerd, en de volgelingen, vooral

van

het dierlijk Magnetisme, dat voor de

zoo

zij

historie bij

alle

onder den

invloed

van belang demagogie

is,

is

zijn

bestudeerd te worden, en stellig eene groote macht

verhitten zichzelven tot eene onuitstaanbare en hoogst-

gevaarlijke gloeihitte, en gaan zich onder erger tyrannie

krommen, dan

zij

ooit

verfoeid hadden.

nu van

In plaats

zich rustig neerteleggen

Bestuur

Classicaal

het

Predikanten,

geschorste

bij

het oordeel dat

God door

uitgesproken had, gelijk hun betaamde, zouden de

onder

van

den

Bijbellezingen, Godsdienstoefeningen

ouds

gerenommeerden naam van

gaan houden in welbekende huizen van

koophandel, van „pleizier", en van „vertier", zoodat het gebeuren kon, gelijk het gebeurd

is,

dat Dr.

Kuyper

in de eene zaal stond te bidden, terwijl in

de andere eene voorstelling van hem, Lavertu en Kater gegeven werd.

daarmede kwam, behalve de

bang

te

maken met de

organiseeren, ook

het huis

zóó

Gods

zelfs,

dat

aan

toeleg

om

te schitteren

groote menigte, en het licht, dat

te reinigen,

zij,

bij

voorbaat eene afscheiding

die gezegd

hadden

te strijden

soms een gansch niet welriekende dampkring werd vervuld

onreinste plaatsen tot gebedsplaatsen

wijden

;

maar

er

derscheid blijven tusschen het heilige en het onheilige.

eenig

te

om

onreine lokalen tot bedehuizen konden gebruiken,

van de wierook der gebeden van het vrome volk. Zeker, men kan

voorbijgezien.

Maar

door machtsvertoon,

zelfs

de

moet steeds een on-

Dat werd

hier

gansch

Ja, diezelfde menschen, die het heiligschennis vonden dat in

Kerkgebouw eene orgelbespeliug voor

geld of een optreden als van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen