GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 208

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 208

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

202 aan geestelijk verstand, door welk gebrek ons ontgaat den zegen van 's Hoeren benaoeienissen met ons. De geestelijke meusch onderscheidt alle dingen Dat is de openbaring van het geestelijk verstand, en bewijs, dat er leven, geestesleven i s en werkt, en er derhalve is een verstaan van de daden des Heeren. Dit is de heerlijke en zalige vrucht van het ontmoeten en herkennen van den Heere in zijne leidingen en in zijne woorden, waarin Hij spreekt tot uwe ziel. Het luisterende oor en het hart, dat verstaat, welk eene heerlijke genade Gods!

Beschamend, maar onmisbaar is de vraag des Heeren want zy ontdekt: 3. Hun miskennen van de heerlijkheid des Heeren.

Of was het dit niet? Had de Heere zich niet, in de wonderbare spijziging der vijf- en der vierduizend, heerlijk doen kennen als de Vrijmachtige, die boven alles staat, en voor wien niets onmogelijk is? En nu dan? Zou het vergeten, door de discipelen, van eenige weinige broeden, dan n u hen in de verlegenheid brengen, zóo, dat Hij er hen over bestraffen moet? Zou Hij dan n u niet het mindere kunnen, Hij, die nog zóo kort geleden dit groote wonder deed ? Zulk een wonder zouden w ij niet vergeten nooit vergeten Neen, misschien niet. Maar zouden wij ook niet vergeten, die dit wonder deed? Zou de openbaring van 's Heeren majesteit en macht, zóo geloofsversterkend, zóo hoopvoedend op ons werken, dat wij in komenden nood slechts op Hem, en niet enkel op den nood zouden zien? »Hebt gij nog uw verharde hart?" vraagt de Heere. En volgt dan niet de schuldbelijdenis ? Althans, is er geen reden by u tot schuldbelydenis? Met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende. En is die spiegel niet in de werken zijner voorzienigheid; en in de openbaringe zijner genade? En is er nu niets, dat ons het aangezicht bedekt, en waardoor de heerlijkheid des Heeren voor ons bedekt is? Broeders en zusters, het wonder buiten ons is niet genoeg! Het wonder i n ons moet die bedekselen der oogen, dat is, dat vleeschelijke overleggen en die vleeschelijke gedachten der ziele wegnemen, dan wijkt de duisternis, en de heerlijkheid des Heeren, die uit al zijne Godsdaden uitstraalt, straalt ook over onze zielen; en wij zien haar, en wi.j genieten haar, en de lofpsalm der aanbidding klimt op tot Hem, die zich aan en in ons heerlijk heeft gemaakt. ;

!

Hem

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's