De vleeschwording des woords - pagina 38

XXXIV

INLEIDING.

Schepper en schepsel, en over deze klove kan

tiisschen

ons

inzicht noch onze menschelijke rede-

menschelijk

neering ooit een begaanbare brug slaan.

en

gluurt

leerstuk ten leste op het mysterie stuit, op de

elk

in

Over die klove

Vandaar dat ge

alleen het geloof.

zweeft

verborgenheid, op het ondoorgrondelijke, en dat ge als

daar

schepsel

niet

over kunt noch moogt,

onojilosbaarheid voor

uw

menschelijk

maar deze

denken hebt

te

erkennen.

Dit

echter

tegen het vleesch.

is

Vandaar dat de

ongeloovige menigte en ook de met twijfel aangevochten geloovige

hier

steeds

steen des aanstoots vinden

een

en er zich aan ergeren.

En dan komt uit

eerst

Aveg

te

de ketterij

zucht

heilige

nemen

;

oj)

om

;

niet uit moedwil,

maar

dezen steen des aanstoots

en waagt ze een poging

om

over die

onpeilbare klove toch een noodbrug te slaan.

Ze kan

dit natuurlijk niet anders

dan door een der

beide termen van het probleem feitelijk prijs te geven,

en dit doet ze dan ook. telijk

stonds

En

ze doet het zóó bedek-

ziet. zie,

genomen.

De

Maar

en zóó kunstig, dat de oningewijde het niet aan-

nu

Nu

de brug

ligt is

er

er.

Nu

is

alle stuiting

weg-

geen klove meer die u tegenhoudt.

steen des aanstoots spaart u zijn ergernis.

En

alles

loopt logisch en glad.

En

natuurlijk, dan klapt de

overmoedige in ons hart

daarbij in de handen.

Zoo

En

zijn wij

er.

een tijdlang wuift

toe, die het ondoenlijke

men den kundigen bouwmeester gedaan, het ondenkbare bestaan^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen