Het werk van den Heiligen Geest - pagina 226

HET APOSTOLAAT.

188

gewoonte

Jezus ons

als

uit alle

—

van

soort

in

die

in

ja,

maar dan toch

ons

leer ik

omgang met

altoos zóó, dat ze lijn

staan.

we

bij

de apostelen te doen hebben

en

alle

andere leeraren verschillen.

Teloor het besef, dat in deze apostelen

God

Teloor de dankbare belijdenis, dat

dan

graad boven ons

eeuwen principieel op één

overtuiging gaat dan teloor^ dat

met mannen,

de apostelen gemeen;

en vooral door hun persoonlijken

getuigen alles waard;

met de leeraren der kerk

De

ik

een soort gewone predikers; nu,

als

rijker ontwikkeld,

staande,

maak

dan

weg,

hebben,

ze beschouwen

iets aparts,

iets

bijzonders optrad.

de Heere ons in deze mannen een

geheel buitengewone genade heeft toebedeeld.

En

het

op die

is,

onder

opstaan

aren

lijn

voortgaande, begrijpelijk, hoe er nu en dan

ons, die bij

leer-

intrede of afscheid of jubileum op zich-

zelven verklaringen van de apostelen toepassen, die hun volstrekt niet toe-

komen,

hen

bij

landen en door

Het

noch

slot

zin hebben, en uitsluitend

kunnen gezegd en

worden van mannen, die tegenover de kerk van Christus

gebezigd

dien

telkens

alle

dien

uit

is

eeuwen zulk een geheel eenige dat we, niet

hoofde,

eeretitel

van

bij

in alle

positie innamen.

vergissing,

maar

heilige apostelen herhalen, en er bij

opzettelijk,

elke gele-

genheid op aandringen, dat de geheel eenige beteekenis van het apostolaat toch ook in onze kerken weer in eere kome.

Deze geheel eenige beteekenis van het apostolaat

blijkt uit

de Heilige

Schrift op alle manieren.

We

daartoe met te verwijzen naar den aanhef van Johannes'

beginnen

waarin

zendbrief,

eersten

de heilige apostel Johannes ons

uit

de volheid

van het apostolisch besef op zoo indrukwekkende wijze toespreekt.

een

daar

begint

Hij

toch

exceptioneele

geheel

met

Dat Woord,

zegt

hij,

is

is

gezien

en met handen getast.

het

Leven geopenbaard, en dat geopenbaarde Leven

maar door hen, nadruk

bij:

d.

»En

w.

z.

En

dat door wie?

door de apostelen

bij

maar toch

hij

?

Om

is

gehoord,

ieder?

Neen,

voegt er met zooveel

zielen te

niet in de eerste plaats.

verkondiging heeft ten doel, in

want

den Vader was, en ons

waartoe strekt nu deze verkondiging

daartoe voorzeker,

;

Door een

imj hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen

u dat eeuwige leven, hetwelk

laat

apostelen des Heeren,

vleesch geworden, en in dat vleeschgeworden

Woord

lische

zij,

innemen tegenover het groote en geheel

wonder van de vleeschwording des Woords.

eenige

En

dat

te verklaren,

positie

om

is

geopenbaard."

behouden

?

Ook

Neen, deze aposto-

de leden der kerk met het aposto-

vei'hand te zetten. Duidelijk toch en nadrukkelijk zegt Johannes:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen