GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 28

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

28 III.

ik dusver van de Dichtkunst en haar bespreking naar het laatste deel mijner rede, verschoof om zoo tevens terug te komen op het vraagstuk van den CalZulk een eigen stijl mist het Calvinisme. vinistischen stijl. het de kunst vrij, bood het haar een nieuwe wereld Wel maakte om in te tooveren, en oefende het zijdelings invloed op de keuze van haar stof en haar stemming, maar tot een bouwen en beitelen, een schilderen en etsen in eigen stijl kwam liet niet. Daartoe heeft wel het Buddhisme en de Islam, heeft wel het oude Byzantium en het Rome der Middeleeuwen, maar heeft niet het Calvinisme het gebracht; en zoo staan we dan voor de vraag: Strekt deze leemte aan het Calvinisme tot oneer? Ligt in die ontstentenis van eigen stijl een verwijt? En dan meenen wij voor ons die vraag zeer beslist in ontkennenden zin te moeten beantwoorden. Zulk een eigen stijl toch is bij elk dezer machtige geestesrichtingen steeds geboren uit een huwelijk van de kunst met de Godsvereering, *") en juist bij de vereering van het Eeuwige "Wezen bleek het Calvinisme steeds van elke inmenging der kunst wars. Diep was den Calvinist het liooge woord van Jezus: ^God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid" in de ziel gezonken, en door den prikkel van dit zeldzaam ideale woord gedreven^ kreeg het aan het kaalste Spiritualisme lust. Zelfs leidde dit aanvankelijk tot een schadelijk uiterste en begon de Calvinist in Schotland, en o^^ enkele dorpen ten onzent, behagen te scheppen in w^at onoogelijk en wanluidend was. Liefst schavotkleur voor de bank, waarin men zat, en wanklank in den zang, waarnaar men luisterde zelfs een orgel in de kerk mocht niet. En nu denk ik er natuurlijk niet aan^ deze wansmaak der overdrijving, ^") die bij sommigen uit reactie tegen Rome's overladen tempelweelde geboren wierd, in bescherming te nemen, maar vraag toch of er voor het standpunt zelf: dat in de «vergadering der iroloovigen" het schoon der ziel en niet der zinnen moet schitteren, geen waarheid schuilt in Hegels opmerking, dat het godsdienstig gevoel, naarmate het geestelijk lager staat, te machtiger door het zinnelijk schoon bekoord wordt, en naar gelang het fijner besnaard is, te minder voor dit zinlijk schoon aandoenlijk blijkt?'-") Ik ontzeg daarmee het recht van bestaan niet aan wat men Christelijke kunst noemt, in haar tegenstelling met de kunst der antieken, maar ik ontken, dat de

Met opzet M. H. zweeg

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's