Locus de Consummatione Saeculi - pagina 759
College-dictaat van een der studenten
427 College- dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
En evenmin kon alsdan
Deut. 17 vs.
2—6
van
zijn
had moeten inquireeren en
zelfs
de Mis bedienen of
geen blijkens
vr.
bij
80
b.
overmits de Overheid
gading
zijn,
v. alle
personen, die in ons land
het bedienen van de Mis zich neerbuigen, wegens hetvan onzen Catechismus ook voor hem, den heer Van
is, zonder sparen of verschooning onverbiddelijk dood brengen. Vandaar, dat onze hooggeachte opponent deze duidelijke, ter zake dienende, afdoende en stellige geboden liggen liet, en daarentegen het aanhield op Lev, 24 vs-. 16 alleen, omdat daar van iets zoo vreeslijks en schriklijks melding wordt gemaakt, dat zijn systeem om alleen in het uiterste geval te executeeren op het schavot, er mee gedekt wordt.
vervloekte afgoderij
Velzen,
zou
moeten
ter
ieder voelt het, oordeelt dan ook zich zelf. Beroep ik mij op eene bepaling uit het Israëlietische strafwetboek, overmits dit strafwetboek van goddelijke autoriteit is en vind ik in dit strafwetboek twee artikelen, die over afgoderij handelen, maar mij te kras zouden zijn, en daarentegen één artikel over Godslastering, dat in •mijn kader zou passen, dan
Maar zulk eene bewijsvoering,
mag
handelende van afyoderij, niet naar willekeur, de desbeireffeude artikelen overslaan en toepassing vragen van een ander artikel, dat mij wel toelacht, maar eenvoudig op het gegeven geval niet slaat. Er dient dus aan den heer Van Velzen en wie met hem eenstemmig denken de eisch te worden gesteld, dat ze öf van afgoderij handelende, zich houden ik
zullen aan de desbetreffende bepalingen van het Israëlietisch strafwetboek, öf
wel dat
ze,
van meening
zijnde, dat dit niet behoeft,
dan ook zullen erkennen,
meer als voor ons geldende beschouwen en op dien grond zich niet houden aan wat geschreven staat. Doet nu de heer Van Velzen het eerste, dan kantelt zijn systeem en moet hij met de inquisitie, de uitroeiing van alle Roomsche landgenooten b. v. aan dat
ze
strafwetboek
dit
niet
de Overheid als plicht voorschrijven. het laatste, dan verliest hij hiermede ook elk recht om uit het strafwetboek nu toch weer Lev. 24 vs. 16 te citeeren; althans zoo hij het citeeren wilde als voor ons nog geldend gebod. Zoo ziet men dus, dat de eenig overgebleven Schriftuurplaats, die van Lev. 24 vs. 16 al evenmin
En
doet
hij
Israëlietische
steek houdt:
V. omdat ze niet van afgoderij handelt; op gevallen, als die van Servet, niet slaat; en
2o.
3**.
N*>.
als strafwetbepaling,
314
zonder meer, voor ons niet geldt. artikel, waarvan de eerste 3 alinea's
van de Heraut behelst een
aldus luiden:
Nog één enkel punt ter
bespreking over.
blijft uit
We
den „Open brief" van den heer Van Velzen
bedoelen het zoogenaamde „akeligheidsargument."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's