Locus de Consummatione Saeculi - pagina 657
College-dictaat van een der studenten
325 CoUeg-e-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). spreken, nuiar dat hij in zijn qualiteit als Paus ex catliedra apostolorum in zaken van dogmata officieel sprekend, infallibilitas heeft, als eene genade van den Heiligen Geest gegeven. Deze onfeilbaarheid geldt dus niet in 's Pausen particuliere brieven.
we nu ook bij do majestas der Waar men een koning heeft, die met majesteit Ditzelfde vinden
die
alleen
in solio sedens, niet letterlijk,
maar
Overheid.
bekleed
is,
figuurlijk, n.l.
daar draagt
wanneer
hij
hij
als
koning handelend optreedt. G-aat een koning voor zijn pleizier op de jacht, dan is hij geen koning meer, maar een particulier jager. Bouwt hij een huis en koopt hij paarden, dan zijn dit alle particuliere aangelegenheden, waarbij zijne majesteit niet geldt. Jaagt een ander persoon op een jachtveld, dat naast dat van den koning gelegen is, dan staan die twee gelijk, ze zijn beiden jagers, en de eene jager is niet de onderdaan van den anderen jager.
De van het
komt daarom alleen aan den koning toe in solio evenals de infalaan den Paris ex cathedra. Daarom moeten we tusschen den persoon
majesteit
libiliteit
den koning en zijne majesteit scherp onderscheiden en het is metterdaad onderscheiden van deze twee, waaruit juist al het camarillakwaad,
niet
laffe verheffing van al, wat met het hof in verbinding staat, is voortgekomen. Onze Reformatoren hebben daartegen altoos gewaarschuwd en wezen er altijd op om wel te doen verstaan, dat O verheidspersonen in hun persoon gelijk stonden met de overige burgers en in hun persoon als arm zondaar even ellendig stonden als wij. En dit moesten de Reformatoren wel doen, opdat ook de arme zondaar met zijn purperen mantel gevoelen zou, dat hij voor zijne zonden een verlossing in Ch]istus noodig heeft. Het is dan ook eene wreedheid een koning te vleien^ men maakt het hem daardoor moeielijk een dienaar van God te zijn, wat voor hooge personen toch reeds niet gemakkelijk is. Aan den eenen kant werpt men zoo een azdvdaXov, een hinderpaal op voor den weg van hemelsche zaligheid. Aan den anderen kant nekt men daarmee de majesteit, het gezag. Gaat men persoon en majesteit verwarren en is de koning een miserabele figuur, dan spreekt men over de koninklijke waardigheid alsof men over den persoon van den koning spreekt, die slecht is. Evenals dan de critiek over den persoon des konings gaat, wordt ook de majestas, die God op den koning gelegd heeft, door het slijk gesleurd. Vleierij daarentegen leidt tot eerbiediging van den mensch. De zaak staat dus zoo, dat aan de eene zijde de persoon des konings gelijk staat met den ellendigsten zondaar en aan de andere zijde moet het koninklijk gezag geƫerbiedigd blijven als gezag, dat den koning door God is opgelegd, al doet hij als persoon ook nog zulke rare dingen. Vat men dit zoo op, dan gevoelt m-en tevens, hoe we nu den klemtoon leggen
hof vleierij en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 657](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's