Locus de Consummatione Saeculi - pagina 122
College-dictaat van een der studenten
120 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
gemeente. Zal ons geloof goed, zuiver staan, dan moet het zijn als mag dus in het allerminst niet zóó voorgesteld, alsof de apostelen zich zouden hebben vergist. Neen omgekeerd: onze voorstelling is niet goed. De apostelen hebben zich niet vergist. Naar wereldsche chronovoor
de
dat der apostelen. Het
berekend zeker wel. Maar niet naar den kanon van het Evangelie. "Want — en deze maatstaf mag hier natuurlijk alleen gelden — is het apostolische geloof het echte en het rechte, maar het onze valsch en verkeerd. Wy nemen dat, wat in de pauze boven den grond geschiedt, als regel. Toch moeten wij rekenen met het werk Gods en niet met het historisch vei'loop, zooals zich dat op het oppervlak der aarde aan ons voordoet. Het wondere werk der wedergeboorte is eene gedurige repititie van dezelfde zaak en dus eigenlijk maar één moment. De blik moet zich dus na afloop van deel A, de eerste periode, terstond richten naar deel B, de tweede periode. De pauze, het ééne moment, dat daartusschen ligt, is geen voorwerp logie
daarnaar gemeten
van geloof, maar van ervaring. Deze zaak heeft derhalve ook een pracüsch
belang.
te corrigeeren, zoo het alleen in het verledene
en in het tegenwoordige
Wij hebben ons geloof leeft.
Van den Pinksterdag moeten we overspringen op de signa praecursoria. Ook voor de gemeente heeft dit belang. Men bederft de gemeente, als men haar zich maar laat aanstellen, alsof dit leven in de pauze het echte geloofsleven was. Onze Gereformeerde kerken zijn in
dit opzicht niet
van schuld
vrvj te pleiten.
hare Confessie. Daar staat het in Art. 37. Maar in de Dogmatiek is Eschatologie verwaarloosd en zoo aan anderen prijs gegeven, die er zich
Niet
de
in
van meester maakten om ermede tegen de kerk te tweede gevolg ervan was, dat de Gereformeerde predikers geheele boeken van den Bijbel onbesproken lieten, zooals o. a. de Openbaringen en de eschatologische redenen van Christus en de apostelen. Ten opzichte van de Schrift is er van Gereformeerdeji kant tweeërlei macherroneuse
op
ageeren
tig
;
wijze
terwijl een
verzuim gepleegd: men doorzag de beteekenis van Israël niet goed (deel A.);
ten eerste:
ten tweede:
men
doorzag deel
B
niet goed.
van de komst van Christus. Als er gesproken wordt van een komen van Christus, dan is dat een komen, hetwelk zijn xéloq pas heeft na afloop van het jongste oordeel. Dan eerst is de Heere der heerlijkheid volkomen gekomen. Dat komen des Heeren valt echter in deelen uiteen. De hoofdincisie in dat komen valt in zijne eerste, voorloojjige komst in de kribbe van Bethlehem, en zyjne tweede, finale komst is zijne komst ten oordeel. 2.
De onderscheiden
beteekenis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 122](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's