Locus de Consummatione Saeculi - pagina 746
College-dictaat van een der studenten
414 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). leggen
het land
te
ontslaan,
zooals
zoodat
onderdanen van den eed van gehoorzaamheid te met Jan Zonderland, bekend is, zulk een magistraatspersoon de magistrale macht kan
en
Paus aan
de
de
de
uit
geschiedenis vooral
ontnemen.
Het m5
discretionis
et
ajjprobationis wil zeggen, dat de Overheid in niets
eenig edict van de Kerk aanneemt,
Overheid zelf Gods
als
omdat de Kerk het
Woord onderzoekt en
daaruit leert kennen. Daarop
zegt,
maar omdat
zij
zoo haar eigen rechten en plichten
moet vooral de nadruk gelegd worden.
Hierin bestaat dan ook het verschil iusschen de Romeinsche en Byzantijnsche opvatting, dat de Rocnnsche feitelijk den magistraat onder de kerk brengt en de
Byzantijnsche de facto, nog niet in
t/ieorie,
de
Kerk brengt onder de Overheid of
Souverein. V.
Thans
blijven ons
nog twee punten
ter bespreking over
om
in de theorie
der Gereformeerden op dit stuk een helder inzicht te krijgen. Het eerste gold
de vraag, of de magistraat ten goede mag dicingen; het tweede: of de magistraat den kivade mag bedioingen.
Het
eerste geldt
de vraag der consciëntievrijheid, het tioeede geldt de verhou-
ding van de Overheid tegenover de Bi] elk
A.
stilstaan.
Het vraagstuk der consciëntievrijheid.
De Eoomsche kerk had schen
ketterij.
van deze twee punten zullen we thans afzonderlijk
mag
geleerd, dat de Overheid.,
in foro conscicntiae.
Daarmede hing
haar onderdanen ook
de instelling van de
beheer-
inquisitie
samen.
De inquisitie geldt n.l. niet enkel voor de uitwendige daad, want, wanneer iemand uitwendig zijn godsdienstige plichten verzuimde of aan een niet getolereerde culte deelnam, werd hij altoos strafbaar bevonden, voordat er nog een inquisitie bestond. Neen, de eigenlijke inquisitie is eerst daar, waar ze zegt: het is
niet genoeg, dat ge uitwendig geen verkeerde dingen doet of spreekt,
of in
maar
personam alicuius, d. w. z. waar ze zegt te moeten toezien, het van binnen in den mensch goed is en te moeten doordringen tot binnen het heiligdom van 's menschen innerlijk leven, om daar ook de dwaling en
debeo inquirere
in.
kwaad op te sporen en met woitel en tak uit te roeien. Daarmee hing weer saam, dat op de ontdekking van inwendig kwaad
het
in
Elk ander misdadiger kon men gevangen zetten, daarentegen bij personen met inwendig kwaad zou dit aan het kwaad niets afdoen. Zit het kwaad bij een persoon slechts uitwendig in zijn spreken en handelen, dan kan men van opsluiting heil verwachten, doch zit
iemand de
jJoeiwi
kwaad niet gemoed en de het
capitalis
in de ziel
stond.
uitwendige daad, maar is het schuldig in het hart, het des mensclien l)evondon. dan helpt opsluiting niets. Het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's