Locus de Consummatione Saeculi - pagina 702
College-dictaat van een der studenten
370 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). als Nebucadnezar met Daniël deed, n.l. of ze hun eigen God of dien van den Komeinschen staat aanbaden, neen, maar weigering der Christenen stond gelijk met de loochening van het goddelijk karakter van den Eomeinschen staat, v^as aanranding van de Majesteit van den staat als zoodanig en in dien zin een daad van opstand tegen het gezag van Rome. Daardoor en niet uit persoonlijke geprikkeldheid aarzelden de Romeinsche keizers niet om de Christenen ter dood te laten brengen. Immers ze waren vijanden van den Romeinschen staat, en daarom hosies rel puhiicae. Ditzelfde beginsel heeft men in Buitschland tijdens den Culturkampf in het
begrip „StaatsfeindUche Partel" op den voorgrond zoeken te schuiven.
De Romeinsche komt,
n.l.
religie
maar
niet rechtstreeks,
laten
dat zich gelijktijdig
Romeinschen staat
in
Vereinswesen begon
te
thans rusten, om iets op te merken, wat hiermee saamhangt, en wat ons later te pas met het ongezond ivorden mn het leven in den
we
zijdelings
Rome
het
ivezen
van
de
corporatie, het collegium, het
ontwikkelen.
Het Vereinswesen had op zichzelf in Rome geen recht van bestaan, want de absolute staat zorgde voor en verzorgde alles. Maar hoe meer de ontwikkeling voortschreed en hoe minder men zich in het Romeinsche staatsieven thuis
gevoelde,
des
te sterker
ontstond de behoefte
om
op eigen terrein, in
afzonderlijke corporatie voor bepaalde doeleinden zich te vereenigen.
Zoo
zijn
de genootschappen opgekomen als uitingen van het burgerleven, die anders in Rome niet op hun plaats waren. Deze genootschappen waren voor alle doelen,
ook voor rcligicuse doeleinden, ingericht. Zoo kwam er van lieverlee in Rome een massa vreemdelingen, die een eigen religie overbrachten en in een corporatie of collegium zich aaneensloten om te verrichten, wat hun godsdienst eischte.
en
Evenzoo waren
gerust
leven
leidden
Joden naar Rome gekomen, die een stil eene corporatie aaneengesloten waren met
er ook veel
en in
betrekking tot de besnijdenis, het paaschmaal, lectuur en synagoge. Men gevoelt, hoe het leven van die collegia voor den staat van Rome een ernstig gevaar begon op te leveren. In die collegia toch traden georganiseerde kringen op, die aan het leven van den Romeinschen staat vreemd waren.
Vandaar
het verschijnsel, dat de Augusti, de keizers, er spoedig toe overgingen om die collegia tegen te werken, ze te besnoeien en eindelijk geheel te vei-bieden. Het eenige, wat ze overlieten, zijn de collegia adfunera. Dit moesten ze wel, omdat de vreemdelingen gewoon waren hun lijken te begraven met eigen godsdienstige plechtigheden. In den tijd dus, toen Paulus
Rome vertoefde om het Evangehe te prediken, was de eenige vorm, waarin de kerk van Christus daar optrad, de vorm van de collegia licita en de eenige daarvan waren de zoogenaamde collegia funernlia.
te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's