Locus de Consummatione Saeculi - pagina 567
College-dictaat van een der studenten
235 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). zin, dat men uit eli^aar haalt, wat God lieeft verbonden, dat men scheidt, wat God huwde. De mensch voelt in zich de onderscheiding tusschen psijcMsch en somatisch leven. Dit moest hij gevoelen, maar even beslist als hij deze onderscheiding gevoelt, heeft hij ook de bewustheid van de noodzakelijkheid, dat ziel en lichaam bij elkander hooren. De ordinantie van de schepping is, dat de mensch uit ziel en lichaam bestaat. Elke poging nu om aan het ffcöfia te ontkomen, is een poging om te ontkomen aan de ordinantie Gods. De ipv%ri alleen is geen mensch, is een homo mancus, is de helft van een mensch, is een onvolkomen mensch. Wanneer nu dit beginsel, dat de ipvxi] afgescheideyi moet ivorden van het «rröfio;, tot principe verklaard wordt, wanneer men daarin het karakter van heiligheid en vroomheid gaat stellen en zeggen gaat, dat men hoe meer men dit beginsel doorvoert, des te hooger en voor God meer welgevallig komt te staan en meer een pneumatisch karakter vertoont, dan is de ketterij aanwezig, en keert men de ordinantie Gods om. Immers dan toch is de scheiding van ziel en lichaam niet slechts tijdelijk, daar elk een onderscheiden openbaring en afzonderlijken w^erkkring heeft, maar wordt er van deze scheiding van ziel
en lichaam een principe gemaakt, een beginsel, waaruit men verder redeneert en een stelsel van vroomheid opbouwt. De mensch begint zich dan op deze scheiding te verheffen, meent daardoor zijnen wandel te heiligen en de geeste-
den mensch gekomen, die even vormen aannemend, zich als een dan of hij in boosaardige vormen zich openbaart. psychisch leven in strijd met de ordinantie Gods te lijke
blijft
hoogmoed of
hij,
is
in
heilige
daemonisch en duivelsch engel des lichts vertoont,
Elke poging dus
beschouwen en
om
het
als afge-
scheiden van het somatische, de 'ipvxv te gaan verheffen om het G&^a weg te werpen en het heilige te stellen in de losmaking van het psychische van het somatische leven is het principe van geestelijken hoogmoed. Hoe komt nu de mensch daartoe? Het antwoord ligt voor de hand, n.l. op dezelfde wijze als Paulus riep: TCikaiTTOiQOg
èya
7 VS. 24). In
av&gcoTiog,
tig
^s Qi^asrat
den zondigen toestand
is
èy.
rov aconcxTog rov &av(ZTOv tovtov
(Rom.
het somatische leven niet slechts drager
van de zonde, maar het paard, waarop de zonde uitrijdt. AVordt nu de mensch bekeerd en komt er ernst en geestelijk leven in de ziel, dan komt ook deze gedachte van Paulus op. Er ontstaat dan een verlangen bij het kind van God om toch maar van dat zondige lichaam af te zijn. Die b. v. werkelijk tobden
met de zonde van drankzucht en vleeschelijke lusten hadden dikwijls een gevoel, dat God hun het leven maar moest afsnijden. In dezen zin ligt er geen kwaad in, aldus is het geen geestelijke hoogmoed, maar een gevoel van onmacht
om
den
strijd
tegen de zonde vol te houden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 567](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's