Voor een distel een mirt - pagina 151
II.
,,Doet
ileti
^eere
onderen
uroer
§(
E)efij(leni8."
HOE EEN KIND REEDS ZIJN HEERE BELIJDT. Nu dan, doet den Heere, uwer vaderen God, belijdenis, en doet zijn welgevallen, en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde vrouwen. Ezra 10 11. :
Eer het
ge,
heilig
komende van uw Doop, toegang Avondmaal, moet
er
belijdenis
erlangt tot
worden af-
gelegd. Niet
uw eerste, en evenmin uw laatste belijdenis, maar een belijdenis, die daarom iets buitengewoons is, omdat ge alsdan voor het eerst publiek in de vergadering der geloovigen optreedt en u aan die geloovigen verbindt. Dus zegge niemand //Over een jaar hoop ik mijn belijdenis te doen"; noch ook: „Voor drie jaren heb ik mijn belijdenis gedaan", want al zulke uitdrukkingen verraden een verkeerden geest. :
Dan beeldt men zich in, dat men maar eens in zijn leven belijdenis heeft te doen dat een jonge man of jongedochter nog tot geen belijdenis gehouden zijn; en dat wie //zijn belijdenis deed" er dan nu ook van af is. En dat kan toch immers niet? ;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
![Voor een distel een mirt - pagina 151](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's