Locus de Consummatione Saeculi - pagina 71
College-dictaat van een der studenten
69 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). Hebr.
12
:
23.
Hier worden genoemd de heilige dingen, waartoe de chrisn.l. tot het hemelsche Jeruzalem, en de duizenden enge-
tenen gekomen zijn len en TtccvrjyvQSi Kal Ttagovaia
maar
itQccrotóyirav sv
sv.M.XrjOÏa
dat
dfnai'wv zsTsXsi.co^svwv,
Zijn'
de
en deze worden genoemd
„die het téXog
Openb. 2
:
TEzsXsicofiévot d.
hunner geestelijke wording
Weer wordt een na&og
10.
ovqavoiq ccTtoysyQan^évav
zullen volhard hebben in dien
gestorven
afgestorvenen,
strijd,
ligt
i.
niet
ncci nvsvficcai,
lang
vóór
de
„volmaakt wordende",
als resultaat bezitten."
opgelegd,
maar voor wie
tot
den dood
de aré^pavog gereed. De terminus
ligt
dus in den dood.
Alzoo staat de overtuiging vast:
wordt
geen enkel bewijs gegeven voor de na den dood zou bestaan. tweede: een reeks plaatsen weerspreekt deze theorie en beperkt den
ten
eerste: positief
in de Schrift
theorie, dat er zulk een geestelijk proces ten
genadetijd tot het leven; ten derde:
een
reeks gelijkenissen laat het stellen van zulk een tuss chen-
staat niet toe.
Er
bovendien nog eene andere oorzaak,
is
waarom
deze theorie onhoud baar
In den tusschenstaat
is geen tijd daarom kan daar geen ontwikkeling bestaan, die immers een overgang is van toestand in toestand. Ten slotte: deze leer is voor den ernst van het leven hoogst gevaarlijk. Er staan hier twee opinies tegenover elkaar: óf, indien ge voor uw dood niet bekeerd zijt, dan loopt het mis voor eeuwig; óf, het komt er zoo net niet op aan, er is ook aan gene zijde des grafs nog wel kans op bekeering. De eerste theorie, de voorstelling van het a%9t tov d-avdzov stemt tot ernst, bezielt de is,
n.l.
deze:
dat de tusschenstaat tijdloos
is.
en
lauwheid en werelddienst uit de prediking en is oorzaak, dat velen in dit leven aan de wereld blijven hangen. Stel nu eens, dat beide voorstellingen dubieus waren, dan nog moest alleen de eerste voorstelling aan de gemeente Gods gebracht, omdat wij anders een misdaad begingen aan de gemeente, omdat wij haar anders verwoestten, bijaldien de tweede voorstelling eens onwaar bleek te zijn. VII. We komen dan nu tot deze vraag wat geschiedt er b ij den geheele
en
Evangelie-prediking;
de
genot, tot onverschilligheid,
andere
leidt
tot
neemt de kracht weg
:
dood met het lichaam en wat met de ziel?
We
1.
eerst
bij
vragen
niet:
wat
er
van de
ziel
en van het lichaam wordt; dat komt
de leer van de wederopstanding des vleesches en van het laatste oor-
deel ter sprake. Hier geldt het alleen de kwestie
Op deze beide vragen nu lijk
:
wat
er
bij
het sterven gebeurt?
geeft de Heiige Schrift ons geen wetenschappe-
antwoord, geen gedetailleerde, technisch nauwkeurige beschrijving. De Schrift
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's