Locus de Consummatione Saeculi - pagina 54
College-dictaat van een der studenten
Ö2
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
goede exegetische gronden, maar zij verzuimden een goed antwoord op de gestelde vraag te geven. Toch moeten we een helder antwoord hebben en dat nu moet dit zijn: de toestand der gestorvenen onder het Oude Verbond kan 7iiet dezelfde geweest zijn als die der geloovigen onder de bedeeling des Nieuwen Verbonds. Volgens het Nieuwe Testament bestaat de gelukzaligheid der kinderen
nedordaling
ter
op
hel,
positief daartegenover
Gods, die nu sterven, hierin, dat
Hoofd en met Hem dellijke gemeenschap
zij
onmiddellijk
na hun dood
bij
Jezus,
hun
Nergens tvordt geleerd eene onmid7net den Drieëenigen God, zooals men zich dat gemeenlijk in het dagelijksch leven voorstelt, blijkens het gewone spreken van „gemeenschap met God." Wel leert ook de Heilige Schrift eene gemeenschap met God. maar niet eene rechtstreeksche, doch eene middellijke door den Middelaar.
En deze
in
zal
gemeenschap
eerst dan
zijn.
eindigen en in eene onmiddellijke overgaan,
als
Christus het koninkrijk Gode den Vader zal hebben overgegeven,
Hij
zij
alles
opdat
en in allen.
Indien dan nu, voor die eindcatastrophe komt, de zaligheid bestaat in gemeenmet den Middelaar, zoo volgt daaruit, dat die gelukzaligheid niet kon
schap
bestaan, voor en aleer de Christus als Middelaar in den hemel was. Als Paulus het verlangen uit, om ontbonden te worden en met Christus te zijn, dan bedoelt hij niet de gemeenschap met Christus door het geloof, maar dan wil het zeggen, dat hij begeert daar te zijn, waar Christus is, aan de rechterhand Gods des Vaders. Doch daar kwam de Christus eerst na de hemelvaart; dus konden daar de afgescheiden zielen van een David e. a. niet zijn.
Door de hemelvaart werd eerst mogelijk, wat vóói' dien tijd niet mogelijk was; voor de geloovigen van het Oude Verbond bestond die zielsgenieting, waarnaar Paulus uitging, nog niet. Bestond er dan onder het Oude Verhond vóór Christus' hemelvaart geen Middelaar ? Voor het geloof wel want voor het geloof bestaat de Middelaar van zijne constitutie als Mediator af en die is van eeuwigheid, (cf. den locus de Christo.) Voor alle heiligen kan de Middelaar op tweeërlei wijze bestaan: in de belofte en in de vervulling. Voor de geloovigen van den ouden dag bestond Hij in de belofte. David had vrede en zaligheid voor zijne ziel door het geloof in den beloofden Middelaar. En deze toestand nu. die vóór het sterven bestond, ging voor de geloovigen onder de oude bedeeling na hun dood met hen mee. De afgescheiden ziel der uitverkorenen onder het Oude Verbond heeft dus wel degelijk genieting gehad, gelukzaligheid gesmaakt door het geloof aan den Middelaar; die zijn werk op aarde volbrengen en daarna in den hemel komen zou. Hun toestand droeg derhalve een ander karakter als die der geloovigen nu. Maar, toon de Middelaar verschonen was en naar den ;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 54](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's