E voto Dordraceno - pagina 179
ZONDAG
HOOFDSTUK
VIII.
167
IV.
Zoo b. V. als we de wondere werking van de eeuwige generatie nemen, waardoor de Zoon eeuwiglijk gegenereerd wordt; van eeuwigheid af, en nu, en tot in alle eeuwigheid; dan is deze generatie uitsluitend een daad van den Vader, waarbij de Zoon geheel lijdelijk is, en waaraan de Heilige Geest niets toebrengt. En zoo ook als de Vader en de Zoon den Heiligen Geest van zich laten uitgaan, dan is dit wel een daad van den Vader en wel een daad van den Zoon, maar niet van den Heiligen Geest, maar de Heilige Geest hierbij geheel
is
lijdelijk.
Daaraan nemen altoos alle drie de Personen handelend deel, en daarbij kan de ééne Persoon nooit iets doen, zonder dat de beide andere meewerken. Dienovereenkomstig leert dan ook de Heilige Schrift dat de Schepping wel meer bijzonder den Vader is toe te schrijven, maar dat toch evenzeer „alle dingen geschapen zijn door den Zoon", en dat bij de schepping „de Geest Gods zweefde op de wateren". En zoo komt men dan tot deze twee: En dat alle werkingen van God op, in of aan ons altoos werkingen zijn, die aan de drie Personen gemeen
Zoo
zijn;
echter zijn nu de uitgaande daden nooit.
én dat in alle deze werkingen altoos een zeker onderscheid bestaat
tusschen hetgeen de Vader er
Om In
het met een beeld
den
lichtstraal,
maar
tinten;
Neem
ik
in
op
doet, of de
in
Zoon
of de Heilige Geest.
te helderen.
zoo ge dien breekt,
den ongebroken
nu één kleur op zich
zijn
lichtstraal zelf,
't zij
zeven onderscheiden grondzijn
geel of
de
tinten
verdwenen.
blauw of rood, dan
is
er tijdelijke afwezigheid van de zes overige kleuren en werkt uitsluitend het
den regenboog daarentegen is wel de straal gebroken, maar zoo dat toch alle kleuren saam de werking doen. Denkt ge u nu het Eeuwige Wezen, afgezien van alle werking naar binnen of naar buiten, dan hebt ge natuurlijk het ongebroken Licht. Onderscheidt ge in het Eeuwige Wezen de inblijvende onderscheidene daden specifieke van die ééne kleur.
In
van de drie Personen, dan zijn die hier afgebeeld in de aparte tinten. Neemt ge daarentegen de werkingen van het Eeuwige Wezen die uitgaan, dan wordt uw beeld de Boog in de wolken, waarin wel alle tinten saamwerken,
maar toch
elke tint met een eigen kleurenpracht.
Alle misverstand
men 10.
wel,
dat
is
hiermee, zoo
„de werkingen
die
we hopen, afgesneden, en nu verstaat we in ons bevinden", altoos zijn:
uitgaande en geen inblijvende daden; 2o. dienvolgens daden die nooit
van één der drie Personen uitgaan, maar altoos van de Heilige Drievuldigheid; en 30. niettemin zulke daden, waarbij elk der drie Personen
op onderscheidene wijze uitkomt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's