E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 367
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK
ZOND.
van Jehova wordt volstrekt
loven
369
VI.
byzaak beschouwd; maar ons
niet als
heel de Schrift door als eerste eisch op het hart gebonden. Geheele bundels
van liederen en psalmen
om
én
de Heilige Schrift ingelascht,
zijn opzettelijk in
ons tot dien lof op
om
wekken, én
te
ons tot den vorm
waarin dat loven van onzen God moet plaats hebben.
Tempel was dat loven van Jehova een afzonderlijk
name
en met
David,
om
leven geroepen,
een
heeft
ook
zoo schitterend en luisterrijk
zonder
maken
te
deel van den dienst-
naam van
als het slechts kon. Alle
denkt, beginnen of eindigen met een opwekking aan de
En zoo ge
loven.
opwekkingen,
heel het volk
psalmen
waarin de zanger de weldadigheden des Heeren
onderscheid,
i
regeling en organisatie in het
geheele
loven van Jehova in
dit
te bieden,
Tabernakel en
Bij
ziel
ge-
om God
te
dank psalmen eenerzijds optelt de betuigingen of
in dez3
op dank in daden, en daarnaast legt de uitingen
die doelen
en opwekkingen die doelen op dank in looorden van
lof
en eerbiedenisse,
zult ge zelf zien, dat de laatste tienmaal zoo sterk zijn als de eerste.
nu dient
Hierop gebrachte
Zoolang wij toch met onze
gelet.
de
voorstellingen
dat „Loof, loof, den Heere mijn
ziele,
veel hooger beteekenis toe aan een 't zij
eenige
in
gave,
met
gaat leggen, zal opeens ontwaren, hoe
hem
veel
warmer gaan
van den Heere rijker, veel
om
Schrift,
we
brengen,"'
Wie
nu
Van
eigenlijk eerst in over een-
die ure af zal die gestadige
den Heere
te
loven en te psalmzingen,
toespreken. Het loven, prijzen en verheerlijken
gebed
in
over
en eerbiedenisse weer nadruk
lof
hij
Heilige Schrift leeft.
opwekking van de
allicht
krachten," heen, en schrijven
alle
der dankzegging, dat
oflfer
daarentegen op deze uiting van dank en
stemming met de
wereld mee-
we
eenige verloochening van onszelven.
in
't zij
uit de
Schrift lezen, lezen
Heilige
en dankzegging, in
warmer, veel inniger worden. Ge
loflied
zult,
en psalm zal veel
zoo ge u daarin voegt,
heel anders gaan bidden, heel anders gaan danken, heel anders onder
psalmgezang verkeeren. Het
zal
maakt; maar een stuk van den uiting
u niet langer een vorm
uw God
dienst, dien ge
zijn,
dien ge
uw
meê
toebrengt; eene
van godzaligheid een wezenlijke ontmoeting en een wezenlijk
ver-
keer met het Eeuwig Wezen.
Thans als
zich
er in
in
het
lof,
gebed,
om
en
in prijs
meest op klanken, die en
zonder dat
psalmgezang.
bezig
men
er
Er wordt
men meê; doch daarbij
Den meesten ernst van het gebed,
veelal niet zoo.
is dit
gesmeekt wordt
III.
;
maar de aanbidding,
bewondering voor den Eeuwige
men in
aanhoort, zonder dat de leeft.
„zoo
eens
Iets
wat ten
een
hoe vaak gebeurt het
zijn,
E VOTO DORDR.
iets
in
die
;
verliest, drijft
ziel er in
meegaat
deele ook geldt van ons
versje gezongen", en
niet,
voelt ge,
dan zingt
dat alleen de keel en de lippen
terwijl het hart onaandoenlijk blijft
en de gedachten 24
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's