GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 624

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 624

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND.

626

XXXVI. HOOFDSTUK

voor den oppervlakkige zoo eenvoudig

lijkt,

VJI.

tot klaarheid en helderheid

komen.

te

Er zal dan in zoover er

Doch

in.

zettelijke

moeten „ivaarheid

zijn

mee bedoeld nog

dit zegt

tot getuige

Maar waarheid

genomen. Dan toch

aanroepen

vlot vanzelf

moogt tegen

beter

Dat weet ieder vanzelf wel. Daar

onderwijzing voor noodig.

niet subjectief

hier

niets.

nu

Dit

in het gemoed.'"

dat ge niet zweren

is,

is

als die niet alleen

is

geen op-

gemoed,

in het

Een eed

er geen eed.

weten

mag

is

God

onze werken en woorden, maar

ook onze verborgenste gedachten en de geheimste roerselen van ons

moed

„Heere, reinig

moed

iets

ge-

kent veel beter dan wij die zelven kennen. David bad ook:

kent;

my

van de verborgen afdwalingen. Heere,

kwaads,

een diepte, die

bij

En

onbehoorlijks voedt."

iets

mijn ge-

zie of

reeds hier opent zich

menigen eed zeer diep zelfonderzoek

eischt.

Tusschen

onze opgewonden voorstelling en den kalmen achtergrond van ons gemoed ligt

vaak zoo groote afstand. En nu komt het

niet uit onze voorstelling,

ken.

^ baar.

Een ander bezwaar

Sommigen leven

waar het

om

uit de

te spre-

Ook dat getuigen

is feil-

die eenigen tijd geleden zijn,

zuiver op te frisschen, en

het

den eed op aan,

„waarheid in het gemoed"

ons geheugen.

de voorstelling die

ging. En eindelijk, tief waarnamen te

bij

bijna altoos in zekere geheugenverwarring. Vooral

feiten geldt,

veel moeite,

maar ligt in

er toch

we

toentertijd

met nauwkeurigheid ons

is

te

kost het ons vaak

met ons namen, weer herinneren hoe het toe-

vaak zoo ontzettend moeilijk

scheiden van wat

om wat we objec-

we ons subjectief inbeeldden. Is er naam en faam bij u bekend stond,

sprake van een persoon, die te slechter

die een hoogst ongunstigen indruk op u heeft gemaakt, en

gerechtigd vaar,

om

zijt,

zijn

bedoelingen toe te schrijven,

die hij niet had,

daan, toe te rekenen, wat buiten ^

hem

en

hem

als door

hem

ge-

omging. Zulk een subjectieve voor-

kan zoo overweldigend sterk worden, dat ge op den eersten indruk terstond bereid zoudt zijn, er op te zweren, en dat toch kalmer overleg en nadenken u van ongelijk overtuigt.

stelling

Deze eisch van ^

van wien ge

min goede te vermoeden, dan loopt ge zoo licht gewoorden in kwaden zin mis te verstaan, hem plannen en het

„waarheid in het gemoed" raakt tevens de oude zeer

gewichtige quaestie, of een eed ook dan bindt, als ik zwoer in

zelftnislei-

Hiermee hangt tevens de vraag saam of een afgedwongen eed geldt; alsook of een eed geldt, dien ik van achter inzie, dat ik niet had mogen zweren. Om niet te uitvoerig te worden, vatten we daarom deze drie in ding.

één vraagstuk saam; in het vraagstuk namelijk, of er gevallen zijn, waarin iemand zich van het houden van een afgelegden eed ontslagen mag en moet houden. En deze vraag nu wordt door

alle

desbevoegden toestemmend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 624

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's