E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 614

616

ZOND.

-^ last

en voorschrijft, gelijk

Naam

__ ^

niet zijn

V

HOOFDSTUK

dit in Deut.

zweren;" in Deut. X: 20:

Exod. XXII: hij

XXXVL

VI:13 geschiedt:

„Gij zult bij zijnen

„Gij zult bij zijnen

naam zweren;"

„Zoo zal des Heeren eed tusschen hen beiden

11:

hand aan

zijn,

in

of

naasten have geslagen heeft"; denk ook aan

zijns

den zuiveringseed der verdachte vrouw. Hier

nu

Want

geen uitweg.

is

al

spreekt het vanzelf, dat de gevallen

waarin, en de wijze waarop, de Eed moest gezworen worden, met Israels

mag

bedeeling saamhingen, toch

Eed

den

.zwoer;

ware

dat

beschouwen. En

te

het Nieuwe

is

feit

zworen hebben;

—

ooit

dat de

dan

is

regel is en blijft

om Gods

-'

stelling opzet, dat elke

daarom: Nooit zweren omuzelfs

Gods Woord ontleend

dragen van een medicijn

dit

nu moet

eedzwering

is,

wille,

om

als

maaralleen

met dezen

regel,

gaat ge in elk voorkomend geval

veilig.

wegneemt, dat de Eed altoos het karakter

niet

be-

zijn.

blijft

der zonde wille; zoodat het in het Paradijs

ondenkbaar was, en eens ondenkbaar wordt

En

heeft;

op eenigerlei wijze afkeurend gesproken

wil en uit liefde voor den naaste; en

wat intusschen

Iets

God zelfden Eed

het de Schrift weerstaan, en het gezag des

zoodanig voor God zonde zou

die uit

alzoo, dat

Godsmannen hun verklaringen met eede

Heeren weerspreken, indien ge de

De

nu

door de apostelen; en dat noch in het Oude noch

Testament

wordt over het

zweren

blijkt

God den Eed gebood; dat Christus den Eed gezworen

dat de Eed gebruikt in

geen geval toegegeven, dat God zelf

zoodanig zou geboden hebben, zoo elk eedzweren op zichzelf

als

als zondig

in

er de kerken toe leiden,

in het Rijk der heerlijkheid.

om

ook op eigen kerkelijk

ter-

/' .rein, geen exceptioneelen eed, ook niet tegen Simmonie, in te voeren. In

de

kerken

kerk -

^

moet

altoos in de

elke verzekering

uitgesproken,

elk

met een eed

heeft

dit

rechter heeft, en het

dat

men

ja ja, elk

neen neen

zijn, wijl

is

ten

gelijk staat.

Als

heilig erf der

ligt al

bij

den Doop het ja wordt

volle dezelfde kracht, die een eed voor den

een misbruik, hetwelk nooit had moeten insluipen,

eenvoudig het hoofd buigt zonder ja

ken ja toch

op het

tegenwoordigheid des Heeren gesproken wordt, en alzoo

de kracht.

te zeggen. In dat uitgespro-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen